Interview Van der Valk Hotel Assen: Vreemde eend in de bijt

Auteur: Jason van de Veltmaete
20 december 2016
Interview Van der Valk Hotel Assen: Vreemde eend in de bijt

Een ‘Van der Valk’? Dat is toch niet spannend? Aan de snelweg in Assen? Dat is helemáál niet spannend. Toch? Nou, er staat daar genoeg te gebeuren. Rob van der Valk trad er zeven jaar geleden aan als general manager. Hij was destijds 23 (!) en had zijn opleiding aan de Hotelschool Den Haag niet afgerond. Rob staat nu voor nieuwe uitdagingen: de opening van De Bonte Wever veroorzaakte een beving in de lokale hotelmarkt; door de NAM-perikelen is een groot deel van de markt weggezakt. Tijd voor een koerswijziging en een verbouwing.

De hotelhal ondergaat een metamorfose in drie fasen; de laatste fase brengt met zich mee dat het bouwkundige staal en beton worden blootgelegd. Vervolgens wordt alles naar de huidige tijd gebracht met veel natuurlijke materialen, onthult de GM. Het hotel (gebouwd in 1990) moet wat betreft design een internationale uitstraling krijgen. Niet ‘industrieel’ - wat momenteel de trend is - maar wel met staalblauwe kozijnen en een iets afgezwakte ‘betonlook’ voor de muren.

De veranderingen zijn niet louter cosmetisch. Achter de receptie wordt een backoffice gerealiseerd, zodat de automatisering én de dienstverlening naar een hoger plan gebracht kunnen worden. Op de begane grond komen toiletgroepen; de kamers worden gerenoveerd; een nieuwbouwvleugel … “Het betekent voor ons zowel een upgrading als een nieuwe identiteit,” aldus Rob van der Valk. “Het hotel moet qua uitstraling een ‘Van der Valk 2.0’ worden.”

Andere doelgroep

Volgens de jonge GM (31) gaan de gasten die zijn hotel uit het verleden kennen, het nieuwe Van der Valk Assen als een geheel ander hotel ervaren. De vraag rijst of hij van het vertrouwde imago af wil. En gaat hij enkel mee in een ontwikkeling die zich binnen de keten voltrekt, of is hij een voortrekker? Rob: “Enerzijds willen we niet onze identiteit kwijtraken, anderzijds gaat dit hotel zo radicaal veranderen, dat ik durf te beweren dat we een andere doelgroep gaan aanspreken. We gaan vrij ver in de metamorfose: tot en met een eikenhouten vloer en bloesembomen in het restaurant. De rode draad na de verbouwing is het eikenhout, omdat we dat bij de regio vinden passen. Maar we proberen natuurlijk het Van der Valk concept te handhaven: voor een aantrekkelijke kamerprijs een mooie ruime kamer die van alle gemakken voorzien is. Nu wel met een hip en trendy sausje. Echter: geen ‘hot spot’. Assen behoort nu eenmaal niet tot de Randstad.”

Over Assen gesproken … In deze provinciehoofdstad kon het Van der Valk hotel altijd rekenen op veel overnachtingen, dankzij de NAM, SHELL en het TT-circuit. Grote bedrijven wisten te waarderen dat hier ‘alles kon’, vooral in het restaurant. Rob: “Een gezelschap van twintig personen kon gewoon bij ons terecht, zonder dat er gereserveerd was. We waren en zijn heel sterk in faciliteren en accommoderen. Toch maakte het MKB in Assen relatief weinig gebruik van ons restaurant. Veel mensen uit het bedrijfsleven verkozen de trendy restaurantjes in Groningen. Die doelgroep willen wij nu ook binnenhalen. Bovendien is de horeca in Assen zich de laatste tijd flink aan het ontwikkelen, dus de concurrentie is toegenomen.”

Van der Valk heeft met een aantal mooie, innovatieve bedrijven in Assen contracten afgesloten inzake overnachtingen. In het kader van de verbouwing hebben deze bedrijven, desgevraagd, hun wensen en verwachtingen kenbaar gemaakt. Het resultaat? Er komt een grote private dining tafel die ‘semi-omsloten’ wordt, zodat er enige privacy ontstaat zonder dat de sfeer van het restaurant buitengesloten wordt. “We hebben uit onszelf besloten om de bar naar voren te halen,” vertelt Rob. “Veel van onze gasten reizen alleen. We willen promoten dat zij aan de bar plaatsnemen. Dan komen die mensen wellicht in contact met collega’s, zonder dat ze een tafeltje hoeven te delen. En mocht voor onverwachte gasten niet onmiddellijk een tafeltje beschikbaar zijn, dan voorkomt een gezellige bar wellicht dat zij richting een concurrent vertrekken.”

Vrijheid

Het restaurant wordt beslist mooi, maar Rob worstelt nog wel met de kaart. Allereerst maakt hij zich zorgen over de gestegen prijzen en de verkrijgbaarheid van gezonde, eerlijke producten. Zo staat paling voor het eerst niet meer op de kaart, tijdens de kerst. “Ik vind de foodtrends sowieso ingewikkeld,” bekent hij. “Eigenlijk willen we wat simpeler gaan koken, zonder opsmuk. Terug naar de basis. In principe werken we niet met menu’s. We hebben wel wisselende specialiteiten naast de kaart. En we hebben - afwijkend van de trend - nog vrij veel à la carte gerechten.”

Dan de hamvraag: In hoeverre kan Rob van der Valk als ondernemer vrij zijn gang gaan binnen de Van der Valk keten? Dat vergt uitleg … “Van der Valk is een eigenaardig bedrijf,” begint Rob. “We werken allemaal met dezelfde leveranciers. We mogen wel zelf kiezen, maar uit een beperkt aantal. Op basis van gesprekken met familieleden maak ik een keuze. Toch is er ruimte voor nieuwe partijen. Wij werken hier in Assen bijvoorbeeld met een interieurbouwer die nog niets gedaan heeft voor de andere Van der Valk hotels. Vervolgens draag ik hem voor bij de familieleden. Doordat we elkaar veel leveranciers aanraden, komen we doorgaans bij dezelfde materialen uit. Dus ik kan bij de anderen wel zien wie bijvoorbeeld de tegels geleverd heeft, maar die tegels zijn er in tal van verschillende structuren en kleuren. Het ziet er dus anders uit dan bij mij. Van der Valk hotels zijn absoluut geen eenheidsworst. We hebben ook niet dezelfde bedden staan.”

Rob kan voor honderd procent beslissen wat hij op de restaurantkaart zet; hij is enkel wat gelimiteerd met betrekking tot het uitzoeken van leveranciers. “Er is altijd wel interne discussie als je iets eigenzinnigs doet,” vertelt hij, “en soms word je uitgelachen, maar er is niemand die zegt wat je moet doen. De familie is een klankbord. Er is geen dwang vanuit een hoofdkantoor.”

Groentetuin

In juli 1990 ging de hotelvleugel open; het hoofdgebouw volgde tegen het einde van dat jaar. Destijds lag de focus op het restaurant en op banqueting. Van der Valk Assen bood ruimte voor enorm grote partijen. Anno 2016 zoekt het hotel naar een mooie balans tussen de verschillende afdelingen. De oriëntering werd in de loop der jaren minder regionaal, dus landelijker, waarbij Van der Valk zich met name richtte op corporate sales. De laatste vijf jaar is de lokale markt weer naar de voorgrond gerukt, en die ontwikkeling staat niet los van een eigentijds fenomeen: maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Van der Valk Assen koestert een mooie traditie op het gebied van duurzaamheid. Ooit nam het hotel deel aan de pilot van Green Key (toen nog de Milieubarometer). Inmiddels beheert Rob van der Valk een 4,5 duizend vierkante meter grote groentetuin. Rob: “We verbouwen daar onze eigen groenten. Dit seizoen bijvoorbeeld zo’n 800 kilo sperziebonen. We doen dat samen met Werkplein Baanzicht. Onder begeleiding van onze chef-kok en onze milieucoördinator, doorlopen mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt een leer-werktraject in die groentetuin. Enkelen hebben al een betaalde functie binnen ons bedrijf gekregen.”

De markt

Rob is al vier jaar lid van de Ronde Tafel in Assen. Ook daar staan goede doelen op de agenda. Afgezien van de voldoening die het hem als mens geeft, beseft hij als GM dat maatschappelijk verantwoord ondernemen erbij hoort. Elk hotel moet tegenwoordig een plek binnen de lokale gemeenschap verdienen en verdedigen. Dat geldt zeker voor Van der Valk Assen, want de lokale markt is sterk in beweging gekomen: de Bonte Wever (200 kamers) doet zich gelden als geduchte concurrent; de NAM brengt niet meer de klandizie van voorheen … Aan de andere kant is het aantal leisuregasten sterk toegenomen. “We zijn aan het opschuiven van zakelijk naar leisure,” onderstreept Rob.

“We hebben vooral heel veel jonge stelletjes in de weekeinden. Daar zijn onze dertien ietwat excentrieke suites debet aan. De wellness-suite bijvoorbeeld: met stoombad, Finse sauna en een groot bubbelbad. De gewone kamers zijn ruim en voorzien van klimaatbeheersing (een watergedragen systeem, dus ecologisch). De badkamers hebben een grote inloop-regendouche én een bad. Bij leisure hoort een bad, vind ik. Bovendien ligt dit hotel in een prachtig fietsgebied. We hebben de fietsroute van het oude TT-stratencircuit, en naar Veenhuizen is het slechts twintig kilometer fietsen.”

Sinds de crisis hebben veel MKB-bedrijven hun eigen interne meeting- en vergaderfaciliteiten. Het is voor Van der Valk dus moeilijker geworden om de zalen bezet te krijgen. “Ook de banqueting stemt momenteel niet vrolijk,” bekent Rob. “Gelukkig realiseren we groei met betrekking tot de kamers en het restaurant.”

De familie-staken

Het is al eerder gezegd: Van der Valk is een eigenaardig bedrijf. Uniek, in ieder geval. Een echt familiebedrijf dat sinds 2000 een franchiseorganisatie is, met dien verstande dat elke franchisehouder een afstammeling moet zijn van Martinus (Martien) van der Valk. Met hem is het begonnen, zeg maar in 1939, toen hij een boerderij met dranklokaal ombouwde tot hotel. (De Gouden Leeuw in Voorschoten.) Elk van zijn elf kinderen wilde hij een eigen hotel geven … Vandaag de dag telt de groep 93 hotels, motels en restaurants wereldwijd. (Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Aruba, Bonaire, Curaçao en Florida.)

De grote horecafamilie Van der Valk is opgedeeld in vier bloedlijnen die ‘staken’ worden genoemd. Dat zijn in wezen vier groepen van bedrijven. Binnen die groepen wordt wat hechter samengewerkt dan met ‘de anderen’. Volgens Rob van der Valk zijn de verschillen heel herkenbaar. “Wat wij hier in Assen aan het doen zijn, past perfect bij de staak waartoe dit hotel behoort.”

Ergo: een verbouwing. De ‘beleving’ zal voor de gasten significant anders worden, belooft Rob. “We hebben een lichte, open omgeving gecreëerd. In de pui bij de entree is het metselwerk vervangen door glas. En door het tegelwerk lopen binnen en buiten als het ware in elkaar over. Maar naast de beleving is de ‘storytelling’ van belang. We hebben de groentetuin, en we besteden veel aandacht aan de evenementen die in Assen plaatsvinden. Tijdens de TT bijvoorbeeld, staan racemotoren in de lobby. We passen dan ook de kaart in het restaurant aan. Tijdens de kerst pakken we fors uit met kerstversiering. We hebben een tien meter hoge kerstboom op het dak staan.”

Het restaurant van dit Van der Valk hotel ontvangt circa 200.000 betalende gasten per jaar; meer dan driemaal het inwonertal van Assen. Rob: “Toch kwam zogenaamd niemand uit Assen bij Van der Valk. Hopelijk verkondigen de Assenaren straks met enige trots dat ze bij ons gegeten hebben. We moeten hier het ‘wow-effect’ zien te realiseren. Die hele verbouwing … Van der Valk reageert niet zozeer op wat andere hotelgroepen doen. We gaan uit van ons eigen ondernemerschap en de trends die we bespeuren. Vanuit onze eigen beleving én van de feedback die we van onze medewerkers en onze gasten krijgen. In ons vijfjarenplan staan nog een zwembad en wellness. Dit moet een allround hotel worden. ”

Rob van der Valk (31)

Hij is geboren en getogen in Rotterdam. Genaamd Van der Valk, dus een hotelier in de dop. Logisch dat hij naar de Hotelschool Den Haag ging. Minder logisch dat hij deze opleiding niet afrondde. “Ik kon als 23-jarige hier aan de slag,” verklaart hij. “Ik ben samen met mijn vrouw - destijds nog mijn vriendin - naar Assen verhuisd, en de hotelschool maakte het noodzakelijk dat ik vaak in Den Haag was. Kortom, niet te combineren.”

Assen, terwijl zijn vader hotelier in Rotterdam was? “Gedurende een familiefeestje kwam deze kans ter sprake. Bij Van der Valk gaan de dingen soms onconventioneel. In ons familiebedrijf zijn dingen anders georganiseerd dan binnen andere hotelgroepen. Wij kunnen ook een soort ondernemerschap ontplooien dat elders niet kan. Ik wist: áls ik binnen de hotellerie zou gaan werken, zou dat binnen Van der Valk zijn. Een andere optie was ondenkbaar.”

Maar de hoge hotelschool ontsluit de wereld voor een Nederlandse jongeman … Het antwoord van Rob is helder: “Ik heb in Nieuw-Zeeland stage gelopen en vond dat fantastisch, maar ik zou toch voor Van der Valk kiezen.”

Een general manager van 23 … “Met de wijsheid van nu, denk ik dat ik te jong was,” realiseert Rob zich. Ik heb veel zaken op een heel lastige manier moeten ondervinden, ervaren en leren. Ik kreeg te maken met medewerkers die hier langer werkten dan ik oud was. Een aantal van hen was hoger opgeleid dan ik. Bovendien krijgt een GM te maken met allerlei P & O dilemma’s. Als jonge twintiger ben je emotioneel nog niet uitontwikkeld. De empathische vermogens zijn nog niet volgroeid. Alleen theoretische kennis is dan niet voldoende.”

Het had niet veel gescheeld of Rob was voor de hotellerie verloren gegaan. “Mijn vrouw was een steun en toeverlaat. Als ik haar niet had gehad, was ik misschien na twee of drie jaar weggelopen en had ik dit werk nooit meer willen doen. Wij vormen samen een goed team.”

Zijn vrouw en hij hebben overigens allebei ‘General Manager’ op hun kaartje staan. “Bij Van der Valk kan alles,” zegt Rob lachend. “Zij werkt hier vier dagen in de week, maar qua uren full time. En we hebben een prima taakverdeling.”

De samenwerking heeft vruchten afgeworpen. Sinds het aantreden van Rob (2009) zijn er 52 kamers bij gebouwd en 137 kamers gerenoveerd. De zalen en de lobby zijn verbouwd. De groentetuin is gerenoveerd. “En we hebben de omzet zien stijgen,” benadrukt Rob. “Het resultaat van zeven jaar hard werken mag er zijn.”

We hebben het gehad over de ‘staken’ van Van der Valk, en het is opvallend dat Rob tot een andere staak behoort: niet tot de bloedlijn die het Assense hotel in eigendom heeft. Hij is een vreemde eend in de bijt. Rob: “Ik heb vanaf het begin enorm veel vrijheid gekregen, maar toentertijd is de afspraak gemaakt dat dit een interim-functie zou zijn. De termijn is weliswaar al lang verstreken, maar dit is niet de plek waar ik de rest van mijn hoteliersbestaan zal doorbrengen. Bovenaan het lijstje met mijn ambities staat: Ergens een nieuw hotel neerzetten. Gewoon ergens in een weiland.”

Zijn twee zoons (5 jr. en 1 jr.) doen hem regelmatig nadenken over de locatie: terug naar Rotterdam - waar de directe familie woont - of ‘settelen’ in de provincie. In Assen is hij begonnen met motorrijden (een Buell); hij loopt marathons en schaatst de alternatieve Elfstedentocht. De geboorte van zijn tweede zoon heeft het evenwicht tussen kinderen, vrije tijd en werk verstoord. Rob is nog een beetje aan het zoeken en verkennen.
Werk-gerelateerd heeft hij twee zorgen: “De hoge kosten van mooie, ecologisch verantwoorde producten voor de keuken, en de schaarste aan goed personeel. Te weinig jonge mensen kiezen voor een horecaopleiding. We hebben echt te maken met krapte.”

Fotografie: Wendy Bos

HM302016

Overig nieuws