De Staat hoeft horecabedrijven vooralsnog niet sneller extra subsidie (TVL) te geven voor hun vaste lasten. De voorzieningenrechter in Den Haag besliste dit vrijdag. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk niet behandeld, aangezien KHN de zaak bij de verkeerde rechter heeft doen voorkomen. Volgens de rechtbank hoort deze zaak niet thuis bij de voorzieningenrechter, maar bij de bestuursrechter.
Horecabedrijven hebben recht op TVL, omdat ze al langere tijd gesloten vanwege de lockdown. In december werd de regeling uitgebreid, zodat bedrijven die extra veel omzetverlies lijden ook extra steun krijgen. De steun laat echter langer op zich wachten dan gedacht, zo bleek begin dit jaar. Mogelijk wordt het geld pas vier maanden later gestort bij de rechthebbenden. KHN stapte hierop naar de rechter.
KHN vindt een snelle betaling nodig, aangezien veel horecaondernemers de rekeningen niet kunnen betalen. De rechtbank oordeelde als volgt: "Koninklijke Horeca Nederland komt niet op voor een eigen belang, maar voor een collectief belang, dat bestaat uit de bundeling van individuele belangen van horecaondernemers. Voor de bescherming van die individuele belangen kunnen de ondernemers terecht bij de bestuursrechter en dus niet bij de civiele rechter."
KHN besloot onlangs ook om naar de rechter te stappen vanwege de gedwongen sluiting van de horeca. De organisatie wil zien dat de gedwongen sluiting van cafés en restaurants wordt opgeheven. Deze zaak loopt nog.