De uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 13 februari jl. betekent kort gezegd dat, op basis van een WHO-verdrag, rookruimten in horeca-inrichtingen niet langer zijn toegestaan. Dat zorgt voor grote onrust bij veel horecaondernemers, want de uitspraak heeft grote impact op de gastvrijheid en het ondernemerschap van veel cafés en discotheken. KHN heeft daarom direct een brandbrief naar staatssecretaris Blokhuis van VWS gestuurd om haar zorgen te uiten. We roepen de staatssecretaris met klem op om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad om de uitspraak van het Hof te laten vernietigen.
KHN heeft twijfels bij de juridische juistheid van de uitspraak van het gerechtshof Den Haag. Onder andere omdat de rechtbank Den Haag in eerste instantie tot een volledig andere uitspraak kwam. De rechtbank heeft de vordering van Clean Air Nederland in 2016 juist afgewezen, omdat volgens de rechtbank het WHO-verdrag niet rechtstreeks geldt voor burgers in Nederland.
Schadeclaims
Vanaf juli 2008 geldt een rookverbod in de Nederlandse horeca, met uitzondering van rookruimten. Daar mogen mensen roken. Veel horecaondernemers hebben daarom voor tienduizenden euro’s geïnvesteerd in rookruimten. Er vanuit gaande dat zij konden vertrouwen op betrouwbare en bestendige wetgeving van de overheid. Deze investeringen zijn - als de uitspraak van het Hof klopt - niet alleen per direct waardeloos, maar daarnaast gaat dit cafés en discotheken (rokende) gasten en dus omzet kosten. Over compensatie is door het gerechtshof niets gezegd, maar veel leden vragen daar natuurlijk wel om. We verwachten dan ook dat er veel schadeclaims tegen de Staat zullen worden ingediend als de uitspraak van het Hof overeind blijft.
Rokers letterlijk op straat
In Nederland zijn tabaksproducten nog steeds legaal en mogen mensen roken. Het uitgangspunt is dat er niet gerookt wordt in openbare gebouwen en in voor publiek toegankelijke ruimten. Maar wij vinden het ook logisch dat horecaondernemers hun rokende gasten kunnen faciliteren in een aparte rookruimte. Wij willen namelijk dat iederéén welkom is in de Nederlandse horeca. Dus ook mensen die roken; toch zo’n 25% van de Nederlandse mensen van 18 jaar en ouder. Als rookruimten worden verboden, dan betekent dat niet alleen dat deze groep mensen letterlijk op straat staat om te roken, het zal bovendien mogelijk tot overlast in de openbare ruimte zorgen.
Geen verbod in kantoren en openbare gebouwen?
De uitspraak van het Hof heeft tot gevolg dat rookruimten in horeca-inrichtingen niet zijn toegestaan, maar laat rookruimten in kantoren en andere openbare gebouwen buiten schot. De uitspraak van het Hof, nog los van de vraag of die juridisch juist is, leidt dus tot rechtsongelijkheid.
Juridische toets hard nodig
Kortom: de belangen die op het spel staan, zijn groot. Het gaat ons niet alleen om enorme economische belangen van een grote groep horecaondernemers, maar ook om het feit dat wij gastvrij willen kunnen zijn voor mensen die roken. Daarom hebben wij een brandbrief naar de staatssecretaris van VWS gestuurd. Wat ons betreft moet de uitspraak van het gerechtshof worden getoetst door de Hoge Raad.