Het aantal toeristen in Nederland groeit de komende jaren van 42 miljoen in 2017, naar bijna 60 miljoen in 2030. Volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) biedt deze groei gouden kansen voor de Nederlandse economie. KHN wil er dan ook voor zorgen dat deze groei positief uitpakt voor bedrijven, bewoners en bezoekers. Daarom pleit de brancheorganisatie voor een nationaal toeristisch actieplan, onder leiding van een minister van Horeca & Toerisme.
Om de verschillende regio’s en gemeenten zoveel mogelijk te laten profiteren van deze groei, is het van belang om het toerisme te spreiden door het land en over het jaar heen. KHN doet deze oproep in aanloop naar een debat over de groei van toerisme, dat morgen plaatsvindt in de Tweede Kamer.
Meer samenwerking
Volgens KHN is het noodzakelijk dat er zo snel mogelijk meer samenwerking komt op landelijk, regionaal en lokaal niveau. De zomermaanden zijn traditioneel gezien de meest populaire maanden voor binnen- en buitenlandse gasten. In 2019 verbleven in de maanden juli en augustus bijna tien miljoen gasten in Nederland. Dit is bijna het dubbele in vergelijking met de maanden januari en februari. Toen verbleven iets meer dan vijf miljoen gasten in ons land.
Het traditionele laagseizoen biedt volgens KHN waardevolle kansen om de groei van het toerisme in goede banen te leiden. Uit onderzoek van KHN in 2019 blijkt dat ondernemers de groei van het toerisme met vertrouwen tegemoetzien. Om die groei verantwoord te laten plaatsvinden, presenteren zij een aantal suggesties. Het spreiden van het toerisme door het jaar heen staat bij veel van de ondernemers hoog op de agenda, maar op welke manier de werkgeversorganisatie de vakantieagenda's van de burger kan beïnvloeden, blijft vooralsnog onduidelijk.
Steeds meer toeristen naar Nederland
KHN-voorzitter Robèr Willemsen: “De groei van het aantal gasten in Nederland is een onomkeerbaar gegeven. We verwelkomen steeds meer gasten uit binnen- en buitenland. Daar mogen we zeker trots op zijn. We zien nu dat het toerisme piekt op een paar momenten in het jaar. In het laagseizoen, bijvoorbeeld in januari en februari, zien we het toerisme op veel plekken stilvallen. Als we deze maanden beter weten te benutten, kunnen we hiermee de groei in andere maanden weer wat ontlasten. Dit zorgt ervoor dat de groei van het toerisme positief blijft voor ondernemer, werknemer en de buurt.”
Nationaal actieplan en minister van horeca
Zoveel mogelijk plekken in Nederland moeten meeprofiteren van deze groei en uiteraard moeten we eventuele overlast voorkomen. Dit vraagt om goede samenwerking tussen de rijksoverheid, ondernemers en gemeenten. Willemsen: “Een gelijkmatige spreiding van de groei van het toerisme door het jaar komt niet zomaar tot stand. Dit vraagt om inzet van ondernemers, gemeenten, provincies en de rijksoverheid. Denk hierbij aan de gezamenlijke organisatie van evenementen buiten de specifieke seizoenen, het realiseren van slechtweervoorzieningen en het beter promoten van de mogelijkheden voor toeristen buiten het seizoen. Een toegewijde minister van Horeca & Toerisme kan er via een actieplan voor zorgen dat dit op een verantwoorde en afgestemde wijze plaatsvindt.”
'Overlast' Airbnb
Draagvlak is volgens de ondernemers absoluut een randvoorwaarde voor de groei van het toerisme. Willemsen: “Meer dan de helft van de ondernemers betrekt omwonenden zelfs bij ontwikkelingen in het bedrijf. De overheid heeft hier echter ook een rol. De wildgroei aan Airbnb-locaties leidt bijvoorbeeld op veel plekken tot een negatieve discussie over het toerisme. KHN pleit daarom in aanloop naar het debat in de Tweede Kamer voor landelijke en lokale maatregelen waarmee dit soort verhuur aan banden wordt gelegd.”