Een klap in het gezicht van de beleidsmakers in Amsterdam, maar ook voor het consortium van Franse hoteliers die een zaak hadden aangespannen tegen Airbnb, omdat het bedrijf volgens hen 'oneerlijke concurrentie bedrijft': Airbnb is volgens het hof van Justitie van de Europese Unie een 'informatiedienst', en dus geen verhuurmakelaar of vakantiebemiddelaar. Dat betekent ook dat overheden het bedrijf geen enkele restrictie mogen of kunnen opleggen. Binnen de EU is immers sprake van vrij verkeer van diensten en informatie. Omdat Airbnb formeel in Ierland is gevestigd, mogen de overheden daar geen inbreuk op plegen.
Amsterdam huilt...
De aanpak en het beleid die Amsterdam, maar ook steden als Barcelona en Venetië, hebben ontwikkeld, blijken nu dus een enorme wassen neus. Airbnb hoeft niet mee te werken aan de door de Amsterdamse gemeente ontwikkelde '30-dagenregel' en daardoor zal handhaving van het maximum aantal verhuurde dagen van een woning bij de verhuurder zelf moeten worden afgedwongen, hetgeen logistiek niet te doen is. Bovendien zijn de exacte adressen van de aangeboden properties eenvoudig te maskeren via het platform, waardoor de ambtenaren compleet afhankelijk zijn van buren die 'klikken' of van steekproeven door de gemeente.
Wat nu?
Amsterdam is dus afhankelijk geworden van degenen die verhuren om de ingestelde regel van maximaal 30 dagen verhuur te handhaven. De platforms hoeven niet mee te werken en er wordt vermoed dat ze dat ook niet gaan doen. De registratieplicht die de gemeente Amsterdam wil instellen voor woningverhuurders is lastig te controleren zonder medewerking van Airbnb. Het betekent ook dat het innen van de toeristenbelasting via Airbnb niet hoeft, dus dat verhuurders de verschuldigde belasting zelf moeten innen en afdragen aan de gemeente. Ook hier wordt vermoed dat er een forse daling van inkomsten zal ontstaan. Airbnb haalt sinds 2015 toeristenbelasting op, en naar verluidt heeft dit de stad 25 miljoen euro opgeleverd.