De gemiddelde loonkosten per gewerkt uur waren vorig jaar het hoogst bij de financiële instellingen (55 euro) en het laagst in de horeca (18 euro), meldt het CBS vandaag in haar onderzoek naar de loonontwikkeling in 2015. Bij de financiële instellingen werken relatief veel meer hoger opgeleiden en ouderen dan in de horeca. Deze verschillen in personeelsopbouw verklaren ongeveer de helft van het verschil in gemiddelde loonkosten. De gemiddelde loonkosten per gewerkt uur kwamen in 2015 uit op ruim 33 euro.
In de periode 2005-2015 zijn de loonkosten per gewerkt uur het sterkst gestegen in het onderwijs: 33,1 procent. Ook de zorg (30,5 procent) en de nijverheid (28,5 procent) kenden relatief grote loonkostenstijgingen. De kleinste stijgingen werden gemeten in de horeca (14,1 procent), gevolgd door de zakelijke dienstverlening (16,8 procent) en de bouw (19,3 procent). Gecorrigeerd voor veranderingen in de werknemersstructuur blijkt de loonkostenstijging het kleinst te zijn geweest in de bouw (9,8 procent). In deze bedrijfstak nam het aantal banen van werknemers de laatste tien jaar met een kwart af.