Meer dan een beddenhuis voor het pretpark

Auteur: Redactie
Hotelketens 11 november 1999
Meer dan een beddenhuis voor het pretpark

'De hemel grootsch en grauw. Daaronder het geweldig laagland met de plassen; boomen en molens, kerktorens en kassen, verkaveld door de sloten, zilvergrauw.' Die regels van Marsman geven zonder twijfel een realistisch - tevens fameus - beeld van Nederland, hoewel het daarmee natuurlijk niet 'gedaan' is. Denkend aan Holland zien we meer dan brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. 'What about' de Keukenhof? En De Efteling hoort net zo bij les Pays-Bas als de tulpen. Niet zo gek dus, dat het sprookjesachtige Efteling Hotel tegenwoordig bij de oer-Nederlandse keten Golden Tulip hoort.

Telefonisch is het een beetje een probleem om binnen te komen. 'Heeft u een momentje?' Dat langdurige momentje wordt weliswaar opgevrolijkt door een sprookjesachtig wachtmuziekje - onderbroken door 'Papier hier!' -, maar even snel doorverbonden worden zou een stuk leuker zijn geweest. Opnieuw bellen helpt niet. Wederom: 'Heeft u een momentje?'

Maar uiteindelijk lukt het wel, natuurlijk. De kamer wordt gereserveerd; het interview wordt in de agenda gezet. De gedachten dwalen af naar Hans Christiaan Andersen en de gebroeders Grimm. Er was eens...

Het seizoen verlengen

Geen Disney-achtige figuren die knuffelbereid in de lounge wachten, gelukkig. Het narretje uit het Eftelinglogo, genaamd Pardoes, is natuurlijk prominent aanwezig, maar niet 'in levenden lijve'. In een hoek van de hal ligt een slapende krijgsman - in maliënkolder -; een paar meter verderop staan draaimolenpaarden. Maar voor de rest... is het eigenlijk een vrij normaal viersterrenhotel. Even afgezien van de buitenkant uiteraard. Iedereen die Kaatsheuvel kent, kan zich dit hotel nog wel voor de geest halen: een sprookjesboekachtig kasteel dat boven de bomen uit lijkt te zweven.

Qua uiterlijk hoort het helemaal bij het pretpark waar elke Nederlander weleens geweest is. 'Gemiddeld viermaal in zijn leven,' beweert general manager Joseph Segers. 'Eén keer als klein kind, dan als puber, vervolgens met de kinderen, daarna met de kleinkinderen.'

En veel mensen komen van ver; vandaar dat ooit - zeven jaar geleden - dit hotel gebouwd werd. 'Men wilde een beddenhuis hebben voor het park,' aldus Segers. 'Gaandeweg kwamen echter steeds meer mensen binnen die een langer verblijf dan één dag plus één nachtje ingepland hadden. De lokale zakenwereld ging gebruik maken van de zaaltjes; er kwamen mensen dineren. Kortom: dit hotel bleek zijn eigen broek te kunnen ophouden.'

Dat had gevolgen voor het management. Aanvankelijk deden mensen uit het park het 'er wel even bij'. Twee dagen in de week of zo. Dat is nu verleden tijd. Sinds februari vorig jaar staat Joseph Segers - een gepokte en gemazelde hôtelier - op de loonlijst. Segers moest wegen zien te vinden om het seizoen te verlengen; een opzet waarin hij nu al geslaagd is. Segers: 'Het was natuurlijk doodzonde dat dit hotel zeven maanden van het jaar propvol zat (een bezetting van 98%) en de resterende maanden een kwijnend bestaan leed. De vraag was dus: wat moeten we ermee? Het seizoen langer maken, of er een tweede seizoen aan vastkoppelen. De eerste optie was en is onuitvoerbaar, want het park gaat nu eenmaal 's winters dicht. We moeten dus met één hotel twee verschillende markten gaan bedienen. 's Zomers de families en de toeristen; 's winters de zakenmensen uit deze regio.'

Vreemde eend

Het Efteling Hotel biedt overdag een uitgestorven aanblik. Logisch, want er valt buiten veel te beleven. Segers: 'Dit is waarschijnlijk het enige hotel in Nederland waar 's ochtends vóór tienen vrijwel de hele incheck en de hele uitcheck plaatsvindt. De hotelgasten mogen namelijk een kwartier eerder het park in dan de rest; ook nog eens via een eigen ingang. Ze kunnen vooraan bij de attracties gaan staan. Tegen een uur of vijf druppelen ze hier weer binnen. Dan draaien we met twee restaurants: een à la carte restaurant en - voor de arrangementen - een buffetrestaurant. Zo'n 350 diners op een avond is geen uitzondering.'

Maar dan... Na die zeven maanden 'pretparkseizoen' moet de zaak wel rendabel blijven. Teneinde ook 's winters een fatsoenlijke bezettingsgraad te halen, is Segers' hotel in zee gegaan met Golden Tulip. Niet zo verwonderlijk trouwens, want op het curriculum vitae van Segers prijkt prominent de naam van deze keten. Toch is dat niet echt de reden geweest. 'We zochten een keten waarbinnen we een aparte status konden krijgen; we wilden graag een vreemde eend in de bijt zijn. Dit is per slot van rekening een hotel met geheel eigen kenmerken, en met een sterke naamsbekendheid. We beseften dat we een keten nodig hadden voor de "wintervulling", maar streefden naar een situatie waarin twee krachtige merken elkaar zouden aanvullen en versterken. Dat is gelukt. Vóór dit samengaan hadden we een schamele winterbezetting van 18%; de afgelopen winter was het al 55%.'

Een sterk punt van Golden Tulip Efteling Hotel is de zalenaccommodatie, zowel in het hotel als in het park. Momenteel wordt het hotel verbouwd: behalve een nieuw restaurant met nieuwe keuken, komt er ook een grote zaal bij (12 bij 12 m). Dat brengt het totaal op zes. Maar horen die vier fraaie zalen van het Efteling Golfpark eigenlijk ook niet bij het hotel? Wat Segers betreft wel: 'Je kunt zeggen dat dit hotel bij de Efteling hoort, maar het even omdraaien mag best.'

Die 'omgekeerde' voorstelling van zaken moet zelfs wel een beetje, want binnenshuis heeft het hotel geen aansprekende faciliteiten. Geen zwembad; geen sauna; geen fitnessruimte; ... Segers: 'Allereerst liggen we midden in een prachtig natuurgebied, te weten de Loonse en Drunense duinen. Zonde om binnen te blijven. Ten tweede maken heel weinig hotelgasten gebruik van een zwembad. Voor zoiets als een beautysalon geldt hetzelfde; dat zijn dan vaak nog niets eens hotelgasten, maar dames uit de buurt. Een fitnessruimte en een sauna passen ook nauwelijks in de bedrijfsvoering van een hotel; niet voor niets worden zulke faciliteiten in veel hotels uitbesteed. Onze hotelgasten hebben overdag wel wat anders te doen, en 's avonds luidt het motto: lekker eten en bijtijds naar bed. Onze conferentiegangers willen gezellig evalueren met een biertje in de hand. Zij amuseren zich uitermate goed in de hotelbar (de Gelagkamer).'

Ontmoetingspunt

Voor Segers hoeft het dus niet, al die poespas. Hij voelt zich een echte herbergier en vindt eigenlijk dat hij het makkelijkste vak of ambacht ter wereld heeft. 'Ik vraag me telkens gewoon af hoe ikzelf behandeld zou willen worden,' zegt hij. 'Ik hoef niets uit te vinden. Over de hotellerie wordt meestal veel te ingewikkeld gedaan. Stel dat ik met mijn vrouw een weekeinde eropuit ga. Zij is nog even naar de kapper geweest; het ziet er prima uit. Dan krijg ik mijn vrouw echt niet zo gek dat zij met dat dure kapsel een zwembad of sauna ingaat. Zij wil een heerlijk diner, met kaarslicht.'

Degenen die geporteerd zijn van 'entertainment', komen aan hun trekken tijdens de brunch. Zomaar een tiental als cowboys uitgedoste figuren die de lounge 'onveilig' maken met hun westernstyle volksdansjes; dat kan gebeuren in dit hotel.

Onder de wol kan je niks gebeuren, toch? Misschien niet, maar een aantal kamers is best wel spannend. Dat zijn de elf (!) zogenaamde themakamers: Hans & Grietje; Doornroosje; Mille Fleurs; Circus; Fata Morgana; Fifties; de Golfersroom (met puttinggreen); ... Kun je een zakenman - 'corporate business' - laten slapen in een roze Chevrolet? Of in een woonwagen?

Die vraag wordt uiteraard onmiddellijk gesteld, zodra het 'winterseizoen' ter sprake komt. Segers is er niet bang voor. 'Waarschijnlijk heeft die zakenman allang zijn buik vol van al die standaardsuites,' zegt hij zelfverzekerd. 'Golden Tulip heeft bovendien een bijzonder goede connectie met veel secretaresses; die vinden het waarschijnlijk heel leuk om hun baas in bijvoorbeeld de Jules Verne Kamer, de John Pemberton Room, de Carrouselkamer of de Brouwhuiskamer te stoppen.'

Segers kent zijn Pappenheimers. Hij weet dat Koning Winter de internationale gastenkring danig uitdunt. 'Trek een cirkel met een straal van zo'n twintig kilometer rondom dit hotel. Wat zit daarbinnen nou aan internationale bedrijven? We krijgen circa 3,6% Engelse gasten; 4,5% Duitse; 6,2% Belgische; 0,2% Israelische. We moeten er gewoon voor zorgen dat dit hotel de huiskamer van Kaatsheuvel wordt: een ontmoetingspunt voor de lokale zakenwereld. Het nieuwe restaurant wordt binnenkort ook prominent in de markt gezet: de twaalf commissarissen van de koningin komen hier hun eigen streekgerechten presenteren.'

Mede dankzij de arrangementen - bij het Golf Arrangement is een driegangendiner inbegrepen - komt het f&b-percentage van dit hotel boven de 50% uit. Segers: 'Op veel van onze kamers slapen bovendien twee ouders plus twee kinderen; de kamerprijs maak je wel, maar je hebt vier personen aan het ontbijt.' En dan hebben we het nog niet eens over de Gelagkamer waar Laafse Lurk geschonken wordt...

Auteur: Jason van de Veltmaete

HM30JAAR HM301999

Overig nieuws