Vanaf 1 oktober 2017 voert de gemeente Amsterdam een meldplicht vakantieverhuur in om de negatieve gevolgen van toeristische verhuur van woningen te beperken. De meldplicht wordt op verzoek van de gemeenteraad vastgelegd in de Huisvestingsverordening die hiervoor aangepast wordt. De meldplicht beperkt het aantal woningen dat langer dan 60 dagen wordt verhuurd en overtredingen kunnen effectiever gehandhaafd worden. Het maakt niet uit via welk platform de woning wordt verhuurd.
2455 inspraakreacties
De aangepaste Huisvestingsverordening is van 5 mei tot en met 2 juni vrijgegeven voor inspraak. In totaal zijn 2455 reacties ontvangen waarvan 83% van de inspraakreacties positief zijn over de meldplicht. De positieve inspraakreacties waren vooral gericht op de negatieve gevolgen van toeristische verhuur op de woningvoorraad en het woon- en leefmilieu. Reacties tegen de meldplicht gingen vooral over de administratieve last voor de verhuurder en mogelijke risico’s op het gebied van privacy.
Strijd tegen illegale hotels
Wethouder Ivens: “De meldplicht is een nieuw wapen in de strijd tegen illegale hotels. Door te melden nemen mensen zelf verantwoordelijkheid om kenbaar te maken dat zij hun woning tijdelijk willen verhuren. Ik ben dan ook blij dat veel Amsterdammers zich hebben gemengd in de discussie. Voor hen nemen wij deze maatregel, om de stad leefbaar en toegankelijk te houden.”
Melden en boetes
Melden van vakantieverhuur gaat via een digitaal meldingssysteem waarbij een beperkt aantal gegevens verplicht zijn. Niet-melden van een woning voor toeristische verhuur levert een boete van 6.000 euro op. Dit kan oplopen tot een boete van 20.500 euro als ook overige voorwaarden, zoals de termijn van 60 dagen, zijn overtreden.
Campagnes
Bewoners en eigenaren worden via een campagne geïnformeerd over de nieuwe regels. Een eerste campagne bij de start van de meldplicht en een herhaling in december van dit jaar. Op 19 juli aanstaande wordt de aanpassing in de Huisvestingsverordening in de gemeenteraad behandeld.