De trend in de Nederlandse hotelbouwplannen in de eerste helft van 2012 is opmerkelijk te noemen. Het aantal plannen voor nieuwbouw of verbouwing van hotels is afgenomen ten opzichte van de afgelopen vier jaar, maar het aantal hierbij betrokken kamers is ongeveer gelijk gebleven. De plannen concentreren zich in de Randstad en Zuid-Nederland.
*Van kantoor naar hotel*
Die concentratie is verklaarbaar door de economische situatie. Tijdens recessies is al vaker gezien dat het optimisme het grootst blijft in de economisch sterkste gebieden. Wat betreft de horeca zijn dat ongetwijfeld de Randstad en de zuidelijke provincies.
Uit achtergrondinformatie bij de hotelbouwplannen blijkt dat de initiatiefnemers klaar willen zijn voor de toekomst. Als de markt aantrekt, wil men vooraan staan. Vooral rond Amsterdam lijkt dat het geval. Aan de grote plannen met soms honderden kamers per hotel lijkt geen eind te komen. Het ombouwen van structureel leegstaande kantoren naar hotels speelt daarbij een rol. Lokale overheden zijn ook vaker geneigd hiervoor een vergunning af te geven.
Dat laatste is ook de verklaring voor het gemiddeld hoge aantal kamers. In de eerste vier maanden van dit jaar gaat het om gemiddeld bijna 80 kamers per plan. Dat zijn er bijna 30 meer dan in het topjaar op dit gebied, 2002, toen over een heel jaar gemiddeld 51 kamers per plan werden genoteerd.
*Compensatie*
Vergeleken met de eerste zes maanden van 2008 (127 plannen), 2009 (160), 2010 (124) en 2011 (157) is het eerste halfjaar van 2012 met 103 nieuwe plannen verhoudingsgewijs mager bedeeld. Compensatie wordt dus geboden in de vorm van het aantal betrokken kamers. Met bijna 8.000 kamers die worden gebouwd of gerenoveerd, wijkt dit aantal niet af van het gemiddelde van jaren 2008-2011.
Minder hotelbouwplannen, meer kamers
5 juli 2012