Nieuwe voorzitter KHN moet z'n hart volgen

Slechts een paar dagen is hij nog ‘in functie’. Op 1 juni geeft Hajé de Jager zijn voorzitterschap bij branche-vereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) uit handen. In de afgelopen zes jaar heeft De Jager naar eigen zeggen met veel plezier mede richting mogen geven aan het beleid van KHN. Hajé de Jager in gesprek met Hospitality Management over zijn voorzitterschap sinds 2004, zijn opvolging en de toekomst van de horeca.

*Alles komt heel dichtbij*
De periode als voorzitter van de branchevereniging heeft de algemeen directeur/eigenaar van Hajé Shops, Hajé Hotels en wegrestaurants als bijzonder leerzaam ervaren. "Ik heb geleerd hoe je breder naar een onderwerp kunt kijken en je niet alleen aan je eigen visie moet vasthouden. Je moet met heel veel actoren rekening houden. Sommige zaken waren voor mij als individuele horecaondernemer, voor mijn voorzitterschap, een ver-van-mijn-bedshow. Als voorzitter komt alles ineens heel dichtbij."

*Wat is in uw ogen uw belangrijkste bijdrage geweest als voorzitter van KHN?*
"Laat ik voorop stellen dat ik mezelf niet op de borst wil slaan nu het einde van mijn voorzitterschap aanstaande is. Ik heb vooral een breed spoor willen creëren en voor onze leden de paden willen effenen. Voor veel dossiers en vraagstukken is dit gelukt, maar sommige onderwerpen waren een stuk lastiger te tackelen. Zoals het rookverbod in de horeca.”

*Wat had u de afgelopen zes jaar wellicht anders gedaan?*
“Het is natuurlijk altijd makkelijk om in de achteruitkijkspiegel te kijken en dan te wijzen op wat er mis is gegaan. Het is ook niet mogelijk om alles tot een goed einde te brengen, wanneer je vooraf niet alle informatie en kennis tot je beschikking hebt. Ik heb steeds mijn uiterste best gedaan en echt gedaan wat ik kon. Daarbij heb ik altijd de verantwoordelijkheid die bij het voorzitterschap hoort met verve gedragen. De horeca moet als branche benaderbaar blijven en waar nodig toegankelijker worden gemaakt. Daarbinnen blijven veiligheid en gezelligheid belangrijke kernwaarden.”

*Neemt u met plezier of pijn in het hart afscheid?*
“Ik neem met plezier in het hart afscheid, want ik kan zeggen dat we het de afgelopen zes jaar goed hebben gedaan. Het wordt ook tijd voor een nieuwe voorzitter.”

*Maar als er nog een extra termijn voor u in het verschiet zou liggen, zou u deze dan aannemen?*
“Ik betwijfel of dat goed zou zijn, vers bloed kan geen kwaad. De volgende voorzitter komt met nieuwe inzichten en een nieuwe visie. De nieuwe roerganger gaat hoogstwaarschijnlijk heel andere onderwerpen prioriteit geven. Dat is alleen maar goed.”

*Heeft u tijdens uw voorzitterschap met één sector binnen de horeca extra affiniteit gehad?*
“Nee, alle sectoren vind ik even belangrijk. Ik kom zelf uit de restaurantsector en heb bij sommige van mijn bedrijven hotelkamers, maar ik heb daaraan geen extra aandacht gehecht. Alle cafébedrijven vind ik leuk. Discotheken en zaalbedrijven vind ik ontzettend innovatief. Die bedenken telkens weer iets nieuws. En de Chinees-Indische bedrijven vind ik echte kanjers. Hoe die de zeer goedlopende wokconcepten hebben neergezet… Ik zou daarom liever zeggen dat ik eerder affiniteit heb met ondernemers, dan met een bepaalde sector binnen de horeca.”

*Hoe ziet de sector er over tien jaar uit?*
“De horeca moet zorgen dat ze over een aantal jaar nog steeds uniek is en gezelligheid uitstraalt. Het gaat nu en in de toekomst in de horeca nog steeds om ‘ont-moeten’ en ‘ont-spanning’. We moeten de sociale huiskamer van Nederland blijven. Daarbij moeten horecaondernemers zich wel goed realiseren dat de wereld steeds sneller verandert. Tijdens mijn aantreden heb ik ook al eens gesproken over de steeds sneller veranderende wereld en maatschappij. Had ik een paar jaar geleden gezegd dat de economie finaal zou instorten en dat er een Mediterraans land op de rand van bankroet zou bungelen, dan zou men me vreemd aan hebben gekeken. Wie had dat gedacht? Het is wel allemaal gebeurd. We moeten daarom extra op onze hoede zijn en blijven.”
“De uitdaging is om goed contact te houden met de diverse stakeholders binnen de horeca, de overheid, en uiteraard ook de gasten. Onze sector moet een betrouwbare partner blijven. Daadkrachtig zijn, daar staan we voor.”

*En nu? Helemaal focussen op het eigen bedrijf? Of ambieert u elders een bestuursfunctie?*
“Zo-even maakte ik een rondje op de fiets. Ik doe dat haast iedere dag. Ik krijg tijdens het fietsen ontzettend veel inspiratie. Ideeën en innovaties die ik dan wil verwerken in mijn eigen bedrijf, maar ook in nieuwe concepten of met collega-ondernemers mee aan de slag wil. Alle ideeën die ik de afgelopen jaren in de horeca heb gezien als voorzitter zou ik wel in mijn eigen onderneming willen stoppen. Ik wil nieuwe dingen gaan maken en oprichten. Wat dat betreft ben ik de zandbak nog niet ontgroeid.”

*Dan hierop aansluitend, wat wilde u als kleine jongen worden?*
“Een specifiek beroep had ik nooit voor ogen, maar ik wist wel dat ik ondernemer wilde worden. Bouwen, dingen realiseren, voor mekaar krijgen. En mensen mobiliseren en gezamenlijk ideeën tot werkelijkheid maken.”

*Als u opnieuw zou mogen kiezen, zou het dan weer horeca worden?*
“Of ik weer voor de horeca zou kiezen, dat weet ik nog niet per se. Wel zou ik voor het ondernemerschap kiezen. Maar niet een winkel. Daar is het klantcontact te kortstondig en te vluchtig. Dat vind ik zo prettig aan de horeca.”

*Welk advies, of mogelijk zelfs een gouden tip, heeft u voor uw opvolger?*
“De nieuwe voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland moet hoofdzakelijk zijn hart volgen. Op de bestaande basis moet mijn opvolger vooral zijn eigen ding doen. En belangrijk: hij moet zich niet in een keurslijf laten persen.”

~Frank Lindner~