Een vorstelijke oprijlaan; een paleisachtig landhuis. Misschien daarom staan twee kanonnen dreigend opgesteld aan weerskanten van de entree. Want laten we niet vergeten dat de Engelenburg ooit een 'hoofdkwartier' van de patriotten was, een bastion van de Bataafse Republiek. Van koninklijke toestanden moesten zij niets hebben. En de stadhouders met koninklijke ambities (de Oranjes) werden gewapenderhand verdreven. Vandaag de dag is iedereen welkom.
'Engelenburg is een aanzienlijk Heerenhuis, onder het schoutampt Brummen op de Veluwe staande, dat met schoone plantagiën voorzien is.' Zo staat het huis vermeld in de Geografische Beschrijving van de provincie Gelderland (1722). Aan het einde van de 18e eeuw wordt het 'kasteel' bewoond door patriottenleider Robert Jasper van der Capellen; grappig dus dat Engelenburg als voorbeeld gediend heeft bij de bouw van Paleis 't Loo.
Vertrouwen
Voor degenen die niet al te vaak een geschiedenisboek hebben ingezien: de Bataafse Republiek duurde van 1795 tot 1806, Deze republiek - voortvloeiend uit de Franse Revolutie - was een voortzetting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795). De Bataafse Republiek werd opgeheven door Napoleon; hij maakte van de Nederlanden een koninkrijk (onder zijn broertje Lodewijk Napoleon) en een eenheidsstaat; niet veel later lijfde hij de Nederlanden in bij Frankrijk. Nadat de grote keizer en veldheer bij Waterloo moest zwichten voor de vijandelijke overmacht, werd het Huis van Oranje door het Congres van Wenen tot een koningshuis gemaakt (1815).
Boeiend? Natuurlijk! In de oranjegekleurde vaderlandse geschiedschrijving zijn de patriotten - tegenstanders van de Oranjes - er bekaaid afgekomen; welk mooier eerherstel dan een verblijf in Engelenburg?
Nog verder terug... In de wijnkelder zijn fundamentresten gevonden van een Romeinse villa. Niet zo verrassend, gezien het prominente en fraaie plekje van Engelenburg aan de IJssel, maar het gaat ons nu louter om de wijnkelder: die is niet op slot. Aangezien de kelder ook visueel heel toegankelijk is (niet achter een deur aan het einde van een schaarsverlichte trap of gang), liggen de dure flessen werkelijk voor het grijpen. Hetzelfde geldt voor de forse verzameling single malts in een van de zitvertrekken. De gasten worden ontegenzeggelijk vertrouwd in dit hotel.
Laten we eens beginnen bij die kanonnen, links en rechts van de deur. U begrijpt, die zijn puur decoratief. In de hal hangt het levensgrote portret van een golf-spelend jochie; in de 'woonkamer' nog twee van die jochies, elk met een golfclub. Geen wonder, gezien de negen-holes golfbaan buiten. Die schilderijen en andere aspecten van de inrichting doen denken aan een Engelse manor, hetgeen in overeenstemming is met de Engelse tuinen rondom het hotel. Hier en daar wat grafelijk meubilair in Franse stijl, en - heel verrassend - veel 'spul' uit Zuid-Afrika.
We gaan naar 1910. De laatste privébewoner verschijnt ten tonele: jonkheer Schelto van Citters, Commissaris van de Koningin, hetgeen een saillant detail mag heten, gezien het patriottenverleden. In de Tweede Wereldoorlog worden de Oranjes opnieuw uit ons land verjaagd; de Nederlandse afdeling van de SS neemt zijn intrek in Engelenburg. Na de oorlog dient het landgoed als een vakantieoord voor het personeel van de Twentsche Bank. In 1987 wordt Engelenburg - inmiddels leegstaand - gekocht door Anton de Lange; hij maakt er een conferentieoord met golfbaan van. (Zijn zoontjes staan op de genoemde schilderijen.)
Toegankelijk
'De afgelopen tien jaar is dit vergaderpaleisje steeds meer een hotel geworden,' vertelt de huidige hotelier, Johan Agricola. 'Onze doelgroep bestaat uit individuele gasten die komen golfen, fietsen of wandelen. Engelenburg is geen conferentieoord meer, maar buiten het zomerseizoen is die markt nog wel belangrijk voor ons. Dat laatste geldt overigens voor elk groot hotel op de Veluwe. Hoewel we zes grote zalen hebben, ademt dit hotel niet de sfeer van een conferentiehotel; dat is onze grote kracht. We hebben heel goede relaties die tot 2009 geboekt hebben. Belangrijk is dat onze gasten niet zullen verdwalen tussen allerlei grote groepen. Dat ligt enerzijds aan het gebouw zelf (de intieme, woonhuisachtige vertrekken), anderzijds aan de groepen die hier komen: academici die post-doctorale trainingen volgen; consultants, leden van raden van bestuur... Meestal kleine groepen van vijf of zes personen. Wij hebben normaal gesproken niet tachtig accountants of honderd tandartsassistenten over de vloer.'
Op het eerste gezicht verwacht je geen hoog aangeschreven restaurant in dit hotel; de verscholen ligging en de lange oprijlaan nodigen immers niet uit tot binnenlopen op de bonnefooi. Maar dat valt alleszins mee, volgens Agricola. 'Onze naamsbekendheid is groot in deze omgeving. En we hebben veel terrassen; dat maakt alles veel toegankelijker. Regelmatig komen fietsers of wandelaars hier enkel een kop koffie drinken. Daarbij is de inrichting van de lounge en de bar vrij informeel.'
Onze enige filmacteur die overzee voet aan de grond kreeg, Rutger Hauer, is een goede bekende van Agricola. (Daags voor ons gesprek was hij hier op bezoek.) Rutger noemde de inrichting van Engelenburg 'shabby chique'. We kunnen hem het Engels niet kwalijk nemen; de karakterisering is ook zo gek nog niet.
Engelenburg hoort bij 'oud geld', en 'oud geld' is van oudsher gewoner en gastvrijer dan de nouveau riche. 'Koloniaal' hoort ook bij het verleden, en juist dat koloniale sfeertje is door Agricola teruggebracht in het bedrijf. 'We hebben gekozen voor het thema Zuid-Afrika,' vertelt hij. 'Zuidafrikaanse wijnen en olijfolie, maar ook veel decoraties en objecten die met zuidelijk Afrika te maken hebben.'
Gevoelsmatig
Zuid-Afrika hoort natuurlijk bij onze vaderlandse geschiedenis - van de Kaapkolonie tot de Boerenoorlog tegen de vuige Britten tot de Apartheid -, maar een persoonsgebonden overweging heeft wel degelijk een rol gespeeld in die keuze. Agricola: 'Ik heb er zes jaar gewoond, midden in de wijngebieden. Mijn voorganger (De Lange) heeft overigens jaren in het voormalige Rhodesië gewoond; hij is begonnen met het scheppen van dat koloniale sfeertje. Onze gasten vinden het erg leuk: velen zijn in Zuid-Afrika geweest; anderen zijn van plan om er eens naartoe te gaan. Die ingrediënten vormen de basis voor veel gesprekken; ze vormen een rode draad; ze geven kleur aan een verblijf. Ik vind dat de hotellerie buiten de Randstad over het algemeen heel grijs is.'
Er zijn maar een paar hotels in Nederland die een eigen golbaan voor de deur hebben. Andere hotels hebben een overeenkomst gesloten met een nabijgelegen baan. Volgens Agricola maakt het wel degelijk verschil dat de golfbaan bij het hotel hoort: 'Onze gasten hoeven alleen maar hun karretje te pakken en de deur uit te lopen. Na afloop nemen zij in hun eigen lounge, of op hun eigen terras, een drankje. Gevoelsmatig is dat veel prettiger. Deze golfbaan is gewoon voor even het "eigendom" van onze gasten. Heel weinig hoteliers hebben voor een golfbaan hun nek uitgestoken. Dat komt ook doordat de overheid een sterk remmende factor op het ondernemerschap vormt. Creativiteit wordt vaak in de kiem gesmoord. Omdat ik denk dat een tennisbaan bij een hotel enigszins passé is, wil ik op de plaats van onze tennisbaan een buitenzwembad aanleggen. Na veertien weken kreeg ik te horen dat zo'n bad niet in het bestemmingsplan van de gemeente past. Kortom, eerst allerlei procedures. Misschien hebben we over een jaar dat zwembad.'
Agricola woont met zijn gezin in het voormalige koetshuis. Hij typeert Engelenburg als een familiebedrijf en wil de hotelgasten vooral het thuisgevoel geven. 'Wij vinden dat onze medewerkers de persoonlijkheid moeten hebben om die gastvrijheid in te vullen op hun eigen wijze. Geen stramien of keurslijf dus. Wel training, begeleiding en eigen verantwoordelijkheid. Dankzij de bescheiden omvang van dit hotel kunnen we ons inlevingsvermogen ten volle benutten. En we pakken in dit bedrijf de zaken informeel aan: geen kostuums en deftigdoenerij. De hedendaagse gast stelt gezelligheid voorop. Uiterlijke schijn kan hem gestolen worden.'
Geen Chef du Protocol dus, in dit viersterrenkasteel. Wel heel veel dat eigenlijk niet hoeft. Gewoon een extra meubel hier en daar; rijke gordijnen en meubelstoffen; mooi linnen... Hoewel het moeilijk is om de vinger te leggen op dat beetje extra, hoort 'wat eigenlijk niet hoeft' wel heel erg bij Kasteel Engelenburg. Natuurlijk die 'zweem van weelde' mag men verwachten, maar allerlei kleine details maken duidelijk dat de hotelgast niet louter uit commerciële overwegingen een graag geziene gast is. Mede daarom zal Agricola ingezet zijn bij het organiseren van het kroonprinselijke huwelijk, als assistent van de hofmaarschalk. Nee, niet omdat zijn naam Argentijns is... Agricola is een Friese naam (eertijds verlatijniseerd toen dat mode was). Het patriottische verleden van Engelenburg lijkt ver weg...
Engelenburg is een uniek en op zichzelf staand hotelbedrijf. Aansluiting bij een hotelgroep of keten wordt niet eens overwogen. Agricola: 'Als ik naar de inkoopvoordelen kijk, dan zijn die heel beperkt. Een groot deel van de korting gaat trouwens niet naar de hotels, maar naar het hoofdkantoor: al die mensen moeten ook betaald worden. Voor grote hotels kan aansluiting commercieel aantrekkelijk zijn, maar voor ons? Wij krijgen veel gratis publiciteit; denk maar aan al die "lifestyle bladen". En het internet is een zegen voor hotels als Engelenburg: het is makkelijk en goedkoop om met je arrangementen op allerlei sites te verschijnen. Wij krijgen onze kamers altijd wel bezet.'
Daarom komen er zeven kamers bij, maar het karakter, de 'inborst' van Engelenburg zal onaangetast blijven. De prachtige smeedijzeren serre; de Engelse tuinen met zicht-assen en Brummense Beek... Dit hotel zal blijven herinneren aan luisterrijke tijden.
- Kamers: 30
- Zalen: 6
- 2-persoonskamer, 1-persoonsgebruik: 115,-
- 2-persoonskamer: 145,-
- luxe kamer, 1-persoonsgebruik: 155,-
- luxe kamer: 185,-
- orangerie suite: 275,-
- ontbijt p.p.: 16,50
- arrangementen p.p: van 119,- tot 244,-
- vergaderarrangementen: 62,50 tot 280,-
- 9-holes golfbaan
- bijzondere tuinen met onder meer de grootste Taxus van Nederland
HM302006