KHN strijdt er al jaren voor dat online platforms, zoals Airbnb, aan banden worden gelegd. Het gaat daarbij om platforms waarop woonhuizen aangeboden worden voor toeristische verhuur. KHN meent dat de oneerlijke concurrentie die hotels ervaren van deze platforms moet worden aangepakt. Deze week heeft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken belangrijke stappen gezet om tot een eerlijke markt te komen. De minister werkt aan een registratieverplichting voor aanbieders op deze online platforms. Door die registratieplicht kunnen gemeenten beter gaan controleren en belasting innen.
Registratieplicht belangrijke eerste stap
Minister Ollongren wil dat over ongeveer een jaar wetgeving van kracht is waarbij aanbieders op platforms zoals Airbnb een registratienummer moeten tonen bij hun advertentie. Hiermee krijgen gemeenten beter zicht op waar toeristische verhuur plaatsvindt en door wie. Voor gemeenten wordt het door de registratie makkelijker om toeristenbelasting te innen en om te handhaven (controleren). Dorpen en steden mogen wel zelf bepalen aan welke voorwaarden de particuliere verhuur via online platforms moet voldoen.
"Het is natuurlijk niet aan hoteliers en toeristen uit te leggen dat verhuurders op Airbnb geen belasting betalen en niet gecontroleerd worden op brandveiligheid!"
KHN-voorzitter Robèr Willemsen reageert verheugd: “‘KHN is groot voorstander van een landelijk registratiesysteem. Wij merken in steeds meer gemeenten dat het aanbod aan Airbnb sterk toeneemt. Niet alleen in de grote steden, maar ook in regio’s als Zandvoort, Nijmegen en Maastricht groeit vakantieverhuur via online platforms hard. Het is aan hoteliers en toeristen natuurlijk niet uit te leggen dat veel aanbieders op Airbnb geen vergunning hebben, geen belasting betalen en niet gecontroleerd worden op o.a. brandveiligheid. Het is dus vijf voor twaalf geweest. Gemeenten en de overheid moeten snel aan de bak.”
Voorstellen om regels Airbnb verder aan te scherpen
KHN pleit al langer voor deze registratieplicht en is blij dat het Kabinet hier stappen in zet. Tijdens een debat in de Tweede Kamer hierover deden verschillende politieke partijen voorstellen om de wetgeving nog verder te verbeteren. Veel hiervan sluit aan bij de wens van KHN voor een eerlijker speelveld voor hotels.
Smeulders (Groenlinks), Beckerman (SP), Moorlag (PvdA) en Van Eijs (d66) dienden moties in voor het verplichten delen van data en het laten meewerken van platforms.
Koerhuis (VVD) en Beckerman (SP) dienden samen een motie in waarmee woonfraude op Airbnb ook als economisch delict veroordeeld kan worden, zodat de winsten van illegale onder- en kamerverhuur op Airbnb afgepakt kunnen worden. Bovendien stellen zij voor om onlineplatforms als Airbnb te sanctioneren wanneer illegale onder- en kamerverhuur daarop wordt geconstateerd. Ook wil hij dat de rijksoverheid gemeenten helpt om dezelfde afspraken te maken met Airbnb, zoals Amsterdam deed.
Ronnes (CDA) wil dat de Regering onderzoekt of een verbod door gemeenten om volledige huizen korter dan 30 dagen te verhuren via websites zoals Airbnb zinvol kan worden toegepast.
Kops (PVV) verzoekt de regering ervoor te zorgen dat Airbnb de adressen bij de advertenties vermeldt, dan wel een registratienummer waarvan de gemeente het bijbehorende adres kent.
Vervolg
Volgende week stemt de Tweede Kamer over deze voorstellen en wordt dus bekend welke moties uitgevoerd worden.
