Prominent tafelen met Liesbeth List

Auteur: Redactie
21 oktober 1995
Prominent tafelen met Liesbeth List

Aan vedette van het luisterlied is voor de horeca heel wat verloren gegaan. Niet dat List de horeca mijdt. Zij lijkt het wel en wee van de horeca goed te doorgronden, vooral in haar eigen stad Amsterdam. Vanuit meerdere invalshoeken is List kind aan huis in menig sterrenhotel en dito restaurant. Haar beroep en reislust leerden haar in welke hotels het goed toeven is en dat de luxe van een Maharadjaans paleishotel niet automatisch aan 'welbevinden' gekoppeld hoeft te zijn.

Liesbeth List staat nog altijd in de schijnwerpers. Een successtory die al vanaf het turbulente 'Ramsestijdperk' onverminderd voortduurt. List schrijft haar succes voor een groot deel toe aan haar opvoeding in een horeca-omgeving: 'Ik heb daar geleerd wat discipline is. Als 7-jarige moest ik al in het hotel van m'n ouders meehelpen. Ik begon met schoenen poetsen. Daarna po's legen, bedden opmaken, wastafels schoonmaken, en afwassen - ik kon op de duur net zo snel afwassen als de vaatwasser - en ik eindigde in de bediening. Dat heeft tot m'n 18e jaar geduurd. In het hotelwezen mag je geen steekje laten vallen, niets vergeten. Alles draait om perfectie en discipline.' Deze horeca-discipline zit bij 'Bekende Nederlander' List kennelijk ingebakken: ze is immers klokslag afgesproken tijd in Café Roux van The Grand Amsterdam verschenen.

Elk jaar dezelfde gasten

Liesbeth kreeg destijds een strenge horeca-opleiding. 'Wanneer ik m'n vader tijdens het afwassen vroeg of ik even naar het toilet mocht, dan zei hij: "nee, dat doe je maar in je vrije tijd", hij dacht dat het smoesjes waren, ha, ha. M'n ouders waren zeer service-minded. Daardoor hadden we ook het beste hotel van Vlieland. De mensen kwamen jaar-in-jaar-uit bij ons terug: vanwege de gastvrijheid en het eten. M'n moeder kookte in haar eentje voor 100 man. Na 25 jaar is het hotel verkocht omdat m'n vader, die eigenlijk zeeman was, er schoon genoeg van had en op een dag thuiskwam met de mededeling aan zijn vrouw dat hij zojuist een baan als vuurtorenwachter had aangenomen. Ik vond het verschrikkelijk om van zo'n groot huis naar een kleine arbeiderswoning te moeten. M'n moeder heeft toen met bloedend hart nog 2 jaar de scepter over het hotel gezwaaid en de nieuwe eigenaars, die niets van het hotelbedrijf wisten, de kneepjes van het vak geleerd.'

Egards, chauvinisme en stugheid

Liesbeth List heeft er heel wat kilometers hotel opzitten. In het begin van haar carrière overnachtte ze weleens in Groningen en Friesland. 'Prima hotels hoor, maar het moest altijd goedkoop en dan is zo'n Van der Valk hotel, ik geloof bij Bolsward, toch wel erg chique voor die prijs. Het is er schoon, netjes en het eten is er ook nog goed. Nu, met al die prima wegen, rij ik liever naar huis. Over de Duitse gastvrijheid is List zeer goed te spreken: 'ik logeerde vroeger vaak in Hamburg, München en Frankfurt. Daar werd ik met veel egards ontvangen terwijl niemand me kende. Alles was perfect in die hotels. Die Duitsers zijn zo "gründlich". Nederlanders zijn eigenlijk heel stugge mensen: "doe maar gewoon dan doe je gek genoeg".  Hoewel, doordat alles nu zo internationaal is geworden, is dat wel een stuk verbeterd.' List vindt dat de Franse hotelier ondanks de Europese gedachte onverminderd met zijn chauvinisme koketteert: 'de Franse hoteliers zijn eigenlijk heel onbeleefde mensen, echte chauvinisten, in tegenstelling tot de Franse restaurateurs. Die zijn juist wereldberoemd om hun gastvrijheid.'

Wèg vriendelijkheid

India is niet het land van Lists' hoteldromen. De hotels in Bombay en Dehli konden haar niet bekoren: 'Men is er beleefd maar onpersoonlijk'. Zelfs aan een verblijf in het voormalige paleis ener Maharadja zijn de herinneringen bitterzoet. Het was een sprookje zonder happy-end. Het personeel wierp het vriendelijke masker af op het moment dat er een kwestie was. List en haar echtgenoot wensten het astronomische bedrag voor niet genoten maaltijden niet te betalen. Men was voorbij gegaan aan de wens dat de Hollandse gasten geen vol-pensioen wilden. Zelfs de paspoorten werden aanvankelijk als pressiemiddel achtergehouden. Uiteindelijk werd de kwestie geregeld, maar na de betaling van de gecorrigeerde rekening was het met de voorgewende gastvrijheid gedaan. List: 'Alsof men een knop omdraaide. In Goa, een Portugese enclave, was het daarentegen wel erg goed: schoon, heerlijk eten en als je iets kwijt was kwam de security het voor je zoeken. Het hele hotel werd uitgekamd toen we een armband kwijt waren. Misschien is het daar zo goed door de Portugese invloed of omdat het personeel daar aanzien heeft. Door hun goedbetaalde baan behoort men tot de hogere kastes.'

De bereisde List is voorts zeer te spreken over de Aziatische gastvrijheid. 'Ik ben overal geweest: in Rio, New York, Singapore, Kuala Lumpur, Djakarta, Tokio enz. Bangkok sprong eruit. Het is daar zo goed, zo schoon en je kunt daar zelfs in de hotels wáánzinnig lekker eten. Trouwens, mijn eerste kennismaking - schandalig hè, ik woon hier vlakbij - met Café Roux bevalt me bijzonder goed. Die parelhoen trouwens ook.'

Rugzaktoerisme

List heeft een sombere kijk op de Amsterdamse hotellerie waar het de omzetcijfers betreft. 'Weet je wat ik niet begrijp?', zegt ze peinzend, 'dat al die prachtige hotels hier nog bestaan. Al die sterrenhotels hier zijn schitterend hoor, niets op aan te merken. Ik kom er vaak voor optredens en sinds het AmsterDAMdiner ken ik alle general managers persoonlijk. Het zijn stuk voor stuk schatjes! Ze hebben echt hart voor hun hotel, dat zit hier goed wat dat betreft. Ze moeten ook wel want er is hier een móórdende konkurrentie. Amsterdam zit toch vol met rugzaktoerisme. Voor al die hotels staan bussen en nog eens bussen. Dat zijn geen dure klanten. Weet je, iedereen spaart voor Parijs en Londen. Aan de hotels daar geeft men z'n geld makkelijk uit.'

AmsterDAMdiner

Inmiddels heeft The Grand Amsterdams' p.r.-manager Irene Bieszke zich bij ons gevoegd. List en Bieszke zijn nog bijzonder opgetogen over het voor de 4e maal deze zomer georganiseerde AmsterDAMdiner door de 18 zeer collegiaal samenwerkende Amsterdamse vijfsterren hotels. De opbrengst voor de Stichting Aids Fonds bedroeg fl. 325.000,-. Liesbeth List is één van de vele bekende ambassadeurs van het Aids Fonds: 'Het was weer zo'n mooie sfeer, het is ook zo'n schitterend feest'. Woordvoerder Bieszke van het 'Aids Fonds' zegt dat na de viering van het eerste lustrum in 1996 het spektakeldiner in een andere vorm zal worden voortgezet: 'De rek raakt er uit. Het betekent een gigantische hoeveelheid werk voor een klein aantal mensen. Bovendien willen we het een puur feest houden, geen "bobo-aangelegenheid". Het moet ook voor gewone mensen toegankelijk blijven.' Men wil zich in elk geval met hart en ziel blijven inzetten voor het Aids Fonds.

De wind eronder

List uit haar waardering voor de manier waarop we in La Roux worden verwend: 'Wanneer ik hier werkte zou ik het net zo doen. Met de gastvrijheid de Amsterdamse horeca zit het wel goed: als je hier in 't Hilton, Krasnapolsky of de Plaza's komt, dan zijn de mensen achter de balie ronduit goed.' Liesbeth List illustreert nog even dat haar strenge opvoeding zijn uitwerking niet heeft gemist. 'Zelfs op Vlieland hebben ze de wind eronder. De bediening is goed, de meisjes zijn prima. Dat is mijn ervaring bij Golden Tulip daar.'

HM301995

Overig nieuws