Wanneer zal de promotie van Amsterdam als ‘goed’ worden bestempeld door alle betrokken partijen? Nooit, hoop ik. Er is niets zo leuk als bijeenkomsten van betrokken partijen waarbij flink van mening wordt verschild. De cruiseterminal ziet het anders dan de rondvaartboten of de havenautoriteiten; de vijfsterrenhotels zien het anders dan de hotels met geen of één ster; de retail weer anders dan de zakelijke dienstverlening; de cafés anders dan de congrescentra... Allemaal hebben ze hun eigen promotieorganisatie met een eigen budget.
In de praktijk holt iedereen achter zijn eigen belangen aan - en zo hoort dat ook in Nederland. Als je het anders doet, ga je op een grote stad in een groot land lijken, en dat is fout, want gelijk is de couleur locale weg. Toen ik hoorde dat er onderzoek gedaan wordt naar hoe het beter kan, schrok ik dan ook even. ‘In gezamenlijkheid’: alle 58 (echt waar, of zijn het er toch maar 14?) betrokken instellingen. De gemeente huurt iemand in voor het doen van dat onderzoek; laat vervolgens een ander een nadere analyse plegen - we hebben het met de Stichting Amsterdam Destinatie StAD ook nog eens dunnetjes overgedaan; plus nog een paar ‘overall’ initiatieven.
Nogmaals, dat is onze kracht. De liefde en motivatie voor Amsterdam maken dat iedereen zich geroepen voelt om als voortrekker op te treden. Deze lieden koesteren bovendien de gedachte dat het zonder hun initiatief volledig mis gaat. Laten we die chaos toch vooral in ere houden. Je moet natuurlijk wel altijd om je heen blijven kijken om te zien of je iets van een ander kan leren.
Nu is het lastig om ergens op deze wereld een even grote en leuke organisatorische puinhoop te vinden, maar toch! We hoeven trouwens niet ver te kijken: het lijkt me dat de organisatie van de promotie van Amsterdam zich aardig kan spiegelen aan die van de promotie van Nederland als geheel. Wat is er nou leuker dan je af te vragen hoe de promotieorganisatie van Nederland dit jaar heet, welke onderdelen erin zitten of eruit gaan en welke som geld ze aan al dat plezier mogen besteden? Dat is toch eigenlijk ook een sprankelende en authentieke weergave van het karakter van ons volk?
Wat we van de ultieme puinhoop van de VVV-organisatie nog niet hebben overgenomen in Amsterdam, is dat ene, alles overkoepelende logo, waardoor iedereen die daar niet direct mee te maken heeft gehad, volledig in de luren wordt gelegd: men denkt dat er één landelijke, goed georganiseerde promotie bestaat. Dat is een ongekend sterk staaltje van gezamenlijke besluitvorming geweest. Dat zouden we moeten navolgen in Amsterdam; daar zijn alle onderzoekers en de 14 tot 58 instellingen het alvast over eens: we hebben één logo nodig voor Amsterdam, dat iedereen op zijn eigen manier mag gebruiken. Maar wel allemaal hetzelfde logo! Toegegeven, om dat voor elkaar te krijgen moet iedereen boven zichzelf uitstijgen. En wie kan dat beter (laten) bedenken dan de minst betrokken organisatie: de gemeente Amsterdam! Alleen: onder welke wethouder moet het vallen?
HM302003