Bij Europa denken velen aan de euro. Algemeen wordt verwacht dat de euro een positief effect zal hebben op reizen binnen de landen van de eurozone, vooral waar het korte vakanties betreft. De euro zal de vergelijkbaarheid van prijzen in de verschillende landen vergroten. De gematigde prijzen van de Nederlandse Horeca zouden deze vergelijking wel eens met glans kunnen doorstaan. We wachten in spanning af wat er komen gaat.
Europa is uiteraard veel meer dan een gemeenschappelijke munt. Wanneer je over deze aardbol reist, kan de mondialisering/globalisering je niet ontgaan. Van Amsterdam tot Anchorage, van Haarlem tot Hong Kong en van Zierikzee tot Zanzibar kom je steeds meer eenheidsworst tegen. Kenmerken van de Europese gastvrijheidssector zijn daarentegen kleinschaligheid en diversiteit: er bestaan nog zeer veel familiebedrijven die de traditie van eeuwen hooghouden. Binnen de EU-landen heeft elke streek zijn eigen specialiteiten en bedrijfstypen. Daarenboven onderscheidt elk land zich weer met eigen tradities en gebruiken. De vrijetijdsgast weet deze ‘couleur locale’ al langer te waarderen; de zakelijke gast is dit bedrijfstype aan het herontdekken. Het is met name de menselijke maat die deze bedrijven populair maakt; de balans tussen ‘high tech’ en ‘high touch’.
Toch vormen de traditionele Europese horecabedrijven een bedreigde soort. Complexe wetgeving en almaar hoger wordende eisen maken dat de bedrijfsvoering voor steeds meer ondernemers een hachelijke zaak wordt. Veel ondernemers van met name kleinere hotels gooien het bijltje erbij neer; anderen kiezen voor het opgeven van hun onafhankelijkheid en participeren in ketenorganisaties met internationaal gevestigde namen. De strategische keuzes zijn schaalvergroting en samenwerking. Op zich zijn dat logische en verstandige keuzes, maar we moeten ervoor waken dat we ons unieke Europese karakter niet verliezen. In de VS kun je duizenden mijlen reizen en toch overal ‘meer van hetzelfde’ tegenkomen. De diversiteit van de Europese gastvrijheidssector is dermate uniek, dat de Brusselse politici zich zouden moeten inspannen om dit karakter koste wat kost te bewaren. Misschien kan de gastvrijheidssector wel tot ‘Europees erfgoed’ worden uitgeroepen; wellicht kunnen er maatregelen worden ingesteld die traditionele bedrijven een beetje lucht geven. Op die manier blijven de vermaarde Franse hotelbedden-met-kuil en de Engelse badkamers-met-hoogpolig-tapijt ook voor toekomstige generaties bewaard.