Het is beslist geen bedreigde soort. In tegendeel, er komen er steeds meer van. Hun door evolutie en zelfselectie steeds sterker wordende soort weet zich uitstekend te handhaven in onze moderne tijd. Soortkenmerken zijn: een zelfverzekerde tred, een bijzondere eloquentie, een hoog probleemoplossend vermogen en een (latente) neiging tot kuddegedrag. De soort treffen we aan op alle continenten; we moeten dan ook niet vreemd opkijken wanneer we er een tegen het lijf lopen, in een exotisch oord. Ik heb het over de hotello’s; dat is de geuzennaam voor de groep studenten en afgestudeerden van een der Nederlandse hoge hotelscholen, waartoe ik zelf overigens ook behoor.
Zo’n 1500 hotello’s zijn verenigd in de VOL, de vereniging van afgestudeerden van erkende hoge hotelscholen. Het is een actief netwerk van professionals werkzaam in en rond de gastvrijheidssector. De behoefte aan onderling contact is groot. Tijdens het 75 jarig bestaan van Hotelschool Den Haag kwamen vorig jaar zo’n 700 afgestudeerden bijeen; op de onlangs in Maastricht georganiseerde 'Hotellotop' zagen ruim 500 man er geen been in om zich op een woensdagmiddag naar het zuiden te verplaatsen.
Nederland heeft de hoogste hoge hotelschooldichtheid van Europa (1 opleidingsplaats per 3500 inwoners!) en misschien wel van de wereld. Inmiddels zijn er maar liefst vijf scholen met op dit moment zes locaties: Hotelschool Den Haag, met vestigingen in Den Haag en Amsterdam; Hogeschool Zuyd in Maastricht; Christelijke Hogeschool Nederland in Leeuwarden; Nederlandse Hogeschool voor Toerisme en Verkeer in Breda; Saxion Hogeschool in Apeldoorn. En dan zijn er nog tal van kleine instituten die HBO hotelmanagement aanbieden, soms zelfs geheel per post!
Met in totaal bijna 5000 studenten neemt het Hoger Hotelonderwijs een bijzondere plek in. Lang niet alle afgestudeerde hotello’s werken echter in de hotelsector en zelfs niet in de horeca. Hoewel officieel onderzoek ontbreekt, lijkt het volgende een veilige schatting: nog geen 35% van de afgestudeerden werkt in de horeca. In dit getal wordt al rekening gehouden met mensen die in de periferie van de sector werkzaam zijn.
Deze situatie leidt nogal eens tot kritiek vanuit de hotelsector, maar cijfermatig gesproken is het een gelukkige situatie. Indien alle afgestudeerden van hotelscholen een managementpositie in de Nederlandse hotellerie zouden ambiëren, zou er een enorm banentekort optreden. Gelukkig weet de Nederlandse hotello zich ook buiten de horeca prima te redden. Dienstverlenende organisaties als banken en verzekeringsmaatschappijen zijn dol op hotello's en hebben in sommige gevallen zelfs speciaal op deze groep gerichte wervingsprogramma’s.
Zo’n tien jaar geleden bleek al uit internationaal onderzoek dat de Nederlandse hotello's een uitzonderingspositie innemen ten opzichte van buitenlandse soortgenoten. De Nederlandse hoge hotelschool afgestudeerden scoorden weliswaar het laagst op de factor “werkzaam zijn in de hotellerie”, maar scoorden opmerkelijk hoog op de factoren “gemiddeld salaris”, “tevredenheid over genoten opleiding” en “gelukkig zijn”. Zolang die scores kunnen worden gehandhaafd, hoeft niemand zich zorgen te maken.