Koninklijk Horeca Nederland is de organisatie voor ondernemers in de Horeca en aanverwante bedrijven. Zij houdt zich bezig met belangenbehartiging voor haar leden. Dit gebeurt op regionaal niveau door afdelingen en districten; landelijk geschiedt dit per bedrijfstype door de secties. Naast de secties Restaurants, Café-Bar Bedrijven, IJsfrica, Chinees-Indische Bedrijven, Discotheek- en Zaalbedrijven bestaat binnen de organisatie ook de sectie Hotels. Dick Vollenga, van onder andere het Best Western DISH Hotel te Enschede, is de gekozen voorzitter van deze sectie. Het sectiebestuur bestaat verder uit een negental hotelondernemers uit de verschillende sterrencategorieën (zowel zelfstandige als uit ketens), zodat de vraagstukken en problemen van alle hotelgroeperingen aan de orde komen. De sectie Hotels van Koninklijk Horeca Nederland zal voortaan in elke uitgave van Hospitality Management een ontwikkeling of 'problematiek' onder de aandacht brengen. Deze eerste bijdrage zal handelen over de Benelux Hotelclassificatie.
Nieuwe normen
Op 15 mei 1996 heeft het Bedrijfschap Horeca een persbericht verzonden, waarin wordt aangegeven dat de Bijzondere Commissie voor het Toerisme van de Benelux overeenstemming heeft bereikt over de nieuwe normen voor de Benelux-Hotelclassificatie (BHC). Daarbij wordt de verwachting uitgesproken, dat deze nieuwe normen nog voor de zomer ter goedkeuring aan het Comité van Ministers van de Benelux zullen worden voorgelegd. Na ondertekening zijn de lidstaten gehouden aan de invoering van de nieuwe normen, welke waarschijnlijk in de loop van 1998 van kracht zullen worden.
Uit twee enquêtes die de sectie Hotels hield onder haar leden in 1994 en in 1995, bleek dat de helft van de Nederlandse hotels de voorkeur gaf aan een verplicht hotelclassificatiesysteem, en dat de helft een vrijwillig systeem voorstond. Daarom benoemde het bestuur van de sectie Hotels een werkgroep die de mogelijkheden van een vrijwillig classificatiesysteem moest onderzoeken.Na diverse gesprekken met (in)direct betrokkenen (ANWB, Bestuur sectie Hotels, Klankbordgroep BHC, Ministerie van Economische Zaken en Bedrijfschap Horeca) kwam de werkgroep tot de conclusie dat binnen de toen - en nu - geldende wet- en regelgeving een vrijwillige hotelclassificatie betekent: vrijwillige deelname aan de Benelux-Hotelclassificatie.
Er kan dus geen sprake zijn van de opzet van een nieuw hotelclassificatiesysteem; behalve als dit gebeurt als tweede systeem naast de bestaande BHC. De werkgroep heeft dit in een bespreking op 2 juli jongstleden gerapporteerd aan het bestuur van de sectie Hotels en de Klankbordgroep Benelux-Hotelclassificatie.
Besluitvorming
Tijdens deze vergadering was iedereen het erover eens dat een tweede systeem naast de Benelux Hotelclassificatie zowel voor de branche als voor de consument verwarring zou scheppen. Ook zag men geen bruikbare alternatieven voor de voordelen die verbonden zijn aan de BHC, zoals de bescherming van de naam 'hotel', de financiering van het systeem, en dergelijke. Het sectiebestuur stelde daarom tijdens haar Algemene Ledenvergadering in oktober 1996 voor de bestaande verplichte Benelux Hotelclassificatie te continueren. In een gesprek met de Commissie BHC werd voorgesteld een tiental 'pilots' (twee van elke sterrencategorie) te benoemen, die aan de hand van de nieuwe normen zullen worden geïnspecteerd. Aan de hand van die proefinspecties kan de interpretatie van de normen nader gedefinieerd worden.
Met name de vijfsterrenhotels uit Amsterdam maakten kenbaar niet in te kunnen stemmen met een verplichte classificatie. Zij benadrukten evenwel de mening te respecteren van de één-, twee- en driesterrenhotels die de Hotelclassificatie nodig hebben om zich op de markt te kunnen profileren. Zij stelden daarom voor de vier- en vijfsterrenhotels uit de verplichte classificatie te houden. Het sectiebestuur heeft daarop geantwoord dat individuele benadering binnen het huidige systeem onmogelijk is; gezien de Benelux-regelgeving. Wel is het sectiebestuur van mening dat participatie in het huidige verplichte systeem van beperkte duur (ongeveer twee jaar) moet zijn en dat ondertussen onderzocht moet worden hoe een betere aansluiting op internationale classificatie kan worden bewerkstelligd.
HM30JAAR HM301997