Thuisbevalling onder druk

Auteur: Redactie
Hotelbouwplannen 22 februari 2001
Thuisbevalling onder druk

De welvaart heeft voor een onvoorziene stijging van het aantal geboortes gezorgd. In Nederland worden jaarlijks meer dan 200.000 baby’s geboren. Dezelfde welvaart heeft er voor gezorgd dat een thuisbevalling – in ons land vanouds als een groot goed beschouwd - niet meer vanzelfsprekend is. Steeds meer bevallingen vinden plaats in het ziekenhuis, of...  in het kraamzorghotel. Zo’n hotel is het nieuwe onderkomen voor vrouwen (zonder medische indicatie) die niet thuis kunnen bevallen, maar dat wel zouden willen; en voor vrouwen die wel thuis kunnen bevallen, maar dat niet willen.

Klein zijn heeft zo z’n voordelen. En Nederland is klein. Onze infrastructuur maakt ons landje bij uitstek geschikt voor thuisbevallingen. Bij onze oosterburen (een aanzienlijk aantal maatjes groter) vinden geboortes doorgaans plaats in een kliniek. Veel Nederlanders beschouwen de thuisbevalling als een zegen, en willen dat dus zo houden.
Maar deze verworvenheid is inmiddels flink onder druk komen te staan. We hebben immers een chronisch tekort aan verloskundigen. Nog maar zo’n tien procent van de huisartsen - bijna alle zijn bevoegd om bevallingen te doen - is actief als verloskundige. Deze situatie is deels ontstaan door een wettelijke regeling die bepaalt dat de ziektekostenverzekeraar geen vergoedingen voor bevallingen geeft aan huisartsen op plaatsen waar een verloskundige werkzaam is.

Noodbel

Dan is er het gebrek aan ervaring, die al dan niet in combinatie met een (te) zware werkdruk de huisarts dwingt tot het maken van keuzes. En de verloskundigen zelf? Die vragen zich al geruime tijd af hoe aantrekkelijk een 60- tot 80-urige werkweek eigenlijk is. Temeer daar die uren zwaar onderbetaald worden. Een deel haakte reeds af.
Vanzelfsprekend is er bij minister Borst aan de noodbel getrokken. Met als voornaamste resultaten tot nog toe: een onderzoek van het NIVEL (Nederlands Instituut voor de gezondheidszorg), de vorming van de Stuurgroep Modernisering Verloskunde (SMV), en een aantal vooruitlopende maatregelen: de verhoging van het aantal opleidingsplaatsen met 40; de vermindering van de werkdruk...

Momenteel worden op diverse plaatsen in ons land kraamzorghotels geopend. Dat is een ontwikkeling die overigens niet door alle betrokkenen wordt toegejuicht. Marian van Huis, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen, beschouwt het kraamzorghotel als een noodgreep; een situatie die zo snel mogelijk uit de wereld geholpen dient te worden. Ook de traditionele controverse tussen verloskundige en huisarts laait weer op. Zo is M. Buis van de Verloskundigepraktijk Anna Paulowna/Wieringen niet blij met de mogelijke komst van een kraamzorghotel in Schagen. Zij ziet in de regio Schagen liever een verloskundigepraktijk. Daarbij hekelt ze de vasthoudendheid waarmee huisartsen het prachtige vak van verloskunde blijven uitoefenen: ze willen patiënten van de wieg tot het graf begeleiden.
Huisarts E. Ruitenburg, woordvoerder van de lokale huisartsenvereniging, stelt dat àls er een verloskundigepraktijk voor Schagen en omgeving komt, en als de Schager huisartsen de huisbevallingen zouden moeten ‘afstoten’, de druk op de nieuwe praktijk wel heel hoog zou worden. De eerste zorg zou, volgens hem, dan ook het oplossen van het huidige landelijke tekort aan verloskundigen moeten zijn en niet het uitbreiden van de werkzaamheden van praktiserende verloskundigen.

Perspectief

De komst van het kraamzorghotel kan ook vanuit een geheel ander perspectief worden benaderd. In het Limburgse Heerlen wordt op dit moment druk gewerkt aan de Ooievaarsvilla. Dat is een initiatief van de Stichting Moederschapszorg (waar ook de Vroedvrouwenschool onder valt), in samenwerking met de Stichting Thuiszorg Oostelijk Zuid-Limburg. De regio Zuid-Limburg is er bijzonder mee in zijn nopjes.
Daar zijn goede redenen voor. Babette Peeters, projectleidster kraamzorghotel: ‘Er vinden jaarlijks in Limburg 6000 geboorten plaats. Ons beleid is gericht op goede thuiszorgkraamzorg en verloskunde. Zowel kwalitatief, waarvoor standaardrichtlijnen gelden, als kwantitatief, dus voldoende uren. In drukke periodes is het door personeelstekort niet mogelijk om iedereen het gevraagde aantal kraamzorguren te bieden. Doordat het ziekenhuis verandert van zorgcentrum richting behandelcentrum, gaan patiënten eerder naar huis. Hierdoor is eigenlijk een leemte in het zorgaanbod ontstaan.’

Een typisch Limburgse gebeurtenis heeft de komst van een kraamzorghotel aldaar bevorderd. Babette Peeters: ‘Aan de Voedvrouwenopleiding in Heerlen, die in 1910 werd opgericht, was ook een verloskundig centrum verbonden voor vrouwen uit de regio. Toen dit in 1998 ophield te bestaan, viel hiermee een groep vrouwen buiten de boot. Op de tweede plaats zijn er vrouwen die geen goede thuissituatie hebben. Voor hen is het kraamzorghotel - wij noemen het een “verplaatste thuissituatie” - een uitkomst.’
Een marktonderzoek wees uit dat het kraamzorghotel de respondenten zeer aansprak. Tijdens een vorig najaar gehouden promotie- en voorlichtingscampagne werd dat nog eens bevestigd.

Voordelen

Over de oprichting van het kraamzorghotel zegt Peeters: ‘Dat is soepel verlopen. Alle betrokken partijen (ziektekostenverzekeraar, verloskundigen, thuiszorg, ziekenhuis) zijn bij de plannen betrokken geweest. Als locatie hebben we eerst gedacht aan bestaande hotels in de omgeving, maar die waren allemaal volgeboekt. Uiteindelijk werd een geschikt onderkomen gevonden in een villa op het voormalige terrein van de Vroedvrouwenschool in Heerlen.’
De Ooivaarsvilla, die in juni van dit jaar zijn deuren opent, telt negen comfortabele tweepersoonskamers. Deze zijn voorzien van een ‘baby-unit’. Voor wie wil blijven doorwerken kan desgewenst een computer of fax worden gehuurd. En het belangrijkste: vrouwen worden bij de bevalling waar mogelijk begeleid door de eigen huisarts of verloskundige. Daarnaast staan 24 uur per dag gediplomeerde kraamverzorgsters klaar voor moeder en kind.

Een volledige dag kraamzorg in het hotel is ongeveer even duur al acht uur kraamzorg thuis. De kosten worden grotendeels vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Peeters: ‘Door de efficiënte inzet van personeel (één kraamverzorgende op ongeveer vijf kraamvrouwen), is het kraamzorghotel voor iedereen betaalbaar.’

Keuzemogelijkheid

Voor Peeters is de komst van het kraamzorghotel niet het verhaal van verloskundigen die hun natuurlijke tegenstanders, de huisartsen, inruilen voor nieuwe vermeende concurrenten, de kraamzorghotels. Het kraamzorghotel zal volgens haar niet alleen in een periode van krapte op de arbeidsmarkt een tijdelijke functie vervullen, maar een permanente oplossing kunnen betekenen voor vrouwen die zorg en veiligheid willen combineren. Iedereen die, om welke reden dan ook, niet huis kan of wil bevallen, en geen indicatie heeft voor het ziekenhuis, kan in het kraamzorghotel terecht. Denk hierbij aan kleinbehuisden, alleenstaande vrouwen en vrouwen die behoefte hebben aan intensievere kraamzorg. Peeters: ‘Maar waar het in wezen om gaat, is de keuzemogelijkheid van kraamvrouwen. Als zij kunnen kiezen uit een bevalling thuis, het kraamzorghotel of het ziekenhuis, dan leveren wij niet alleen goede kraamzorg, maar geven wij een goede invulling aan wat kraamvrouwen van nu willen.’

Naast het begrip ‘zotel’ (de samentrekking van ziekenhuis en hotel), waarbij een hotel in of aan de kliniek verbonden is, kennen we de zogenaamde zorghotels. Zorghotels zijn niet per definitie verbonden aan een ziekenhuis, maar een samenwerkingsverband is niet uitgesloten. Hospitality Management besteedde in de editie van december 2000 aandacht aan het voorstel van orthopedisch chirurg Menno van Iprenburg. Hij wil de herstelfase van patiënten met een heup- of knieoperatie laten plaatsvinden in een hotel dat onder leiding staat van professioneel hotelmanagement.

HM302001

Overig nieuws