Uitbreidingsplannen hôtelier afgewezen: geen gezichtsverlies voor Schiermonnikoog

Auteur: redactie
2 juni 2001
Uitbreidingsplannen hôtelier afgewezen: geen gezichtsverlies voor Schiermonnikoog

Menig waddeneiland heeft in de loop der jaren ‘zijn gezicht verloren’. De bewoners van Schiermonnikoog proberen met man en macht dat tij te keren. Alles zo veel mogelijk bij het oude houden, luidt het credo. Dit tot groot ongenoegen van hôtelier André Zandt; hij wil zijn hotel ‘Graaf Bernstorff’ graag uitbreiden, maar mag dat voorlopig niet. ‘De angst voor een ander aangezicht is onterecht,’ aldus de voortvarende ondernemer. Schiermonnikoog door de ogen van Zandt.

Een veerboot meert af op Schiermonnikoog; het is een ‘ritueel’ dat zich vier keer op een dag herhaalt - op vrijdag vijf keer. In het zicht van de haven zijn de bussen te zien die de passagiers op de plaats van hun bestemming moeten brengen. De oude rode hotelbus (een Saurer, een Zwitserse postbus uit 1949) staat gereed om de gasten van Hotel Graaf Bernstorff naar hartje centrum te brengen. Het is een ritje van zes minuten, met zicht op kwelders, weilanden en maïsvelden. Een veelbelovende start voor de toeristen die merendeels uit het Gooi, de Amsterdamse grachtengordel, Bloemendaal, Aerdenhout en Wassenaar komen. Ze zijn op zoek naar rust.

Die rust vinden ze op het eiland dat zijn naam te danken heeft aan de klederdracht van zijn voormalige bewoners: de grijze of schiere monnikspij van de middeleeuwse kloosterlingen die tot de orde van de Cisterciënzers behoorden. ‘Oog’ staat voor ‘eiland’.

Verwekt

André Zandt: ‘Bijna het gehele eiland is in 1989 tot Nationaal park uitgeroepen. Het is zelfstandig, afgesloten door de zee, en heeft een eigen karakter. Daar zijn we heel blij mee. Schiermonnikoog onderscheidt zich bovendien van de andere waddeneilanden: als kleinste heeft het ook nog een geheel eigen cultuur. Hier komen bijvoorbeeld maar heel weinig Duitsers: die zoeken de andere eilanden op, omdat daar de Bierstuben te vinden zijn. Die hebben wij hier niet. Ook is hier het “Schnitzelgehalte” lager. Graaf Bernstorff heeft een uitstekende keuken, één van beste van de eilanden.’

Zandt (54) praat met verve over ‘Schier’, het eiland waar hij en zijn echtgenote Etty (40) een bijzondere binding mee hebben. ‘Ik ben er verwekt,’ licht hij toe. ‘En mijn vrouw komt er ook al vanaf haar geboorte.’ - Het eiland heeft hen beide bij elkaar gebracht. Hij was uitgever van boeken en bladen (Weekend en de Bouquet-reeks); zij was producente van de Fabeltjeskrant, toen zij samen een uit 1865 daterend pand in het centrum kochten. Het gebouw - tegenover het vermaarde hotel Van der Werf gelegen - was ooit het eerste logement van Schiermonnikoog en tot voor kort waren hierin goedkope appartementen gehuisvest. Zandt liet het onooglijke pand afbreken. Hij zette er voor in de plaats een prachtig nieuw hotel en appartementen, klassieke stijl, inclusief de hierbij passende materialen zoals zink. Zandt: ‘Het centrum kreeg er een fraai gebouw bij. Ons oorspronkelijke plan om hierin gasten te laten verblijven en het eten elders onder te brengen, of het restaurant te verpachten, verliep niet helemaal zoals verwacht. We besloten het zelf te gaan doen.’

Op 29 mei 1998 opende Hotel Graaf Bernstorff zijn deuren, en André en Etty Zandt werden - zonder het vak als zodanig te ambiëren - hôtelier. ‘Onze gasten krijgen het beste van de Wadden: een uitstekende overnachting, dito keuken en bijzonder vriendelijk personeel. Het is een zeer succesvolle formule met een hoge bezettingsgraad die om uitbreiding vraagt...’

Boulevard

Zandt denkt aan tien personeelskamers, kantoren, zo’n vijftien gastenkamers, goed geoutilleerde vergaderruimten en een zaal voor bruiloften en partijen. Om deze plannen te kunnen verwezenlijken, wil hij het woonhuis bij het hotel, waar nu zijn kantoor gevestigd is, en het nog aan te kopen pand van de Rabobank naast zijn hotel slopen. Daarvoor in de plaats zouden dan twee nieuwe gebouwen moeten komen die in dezelfde sfeer als zijn hotel zouden worden gebouwd; een investering van zo’n zes miljoen gulden.

'Het is een win-win-situatie,’ beweert Zandt. ‘De gemeente krijgt er twee fraaie panden bij en ik kan uitbreiden.’ - Maar als hij aan de Gemeente toestemming vraagt, krijgt hij al snel een gedecideerd ‘nee’ te horen. De commissie wonen en werken zegt vooral problemen te hebben met de woning die opgeofferd wordt aan de uitbreidingsplannen. Een lid van de CSG-fractie vindt bovendien dat het afgeven van een horecavergunning te ver gaat, omdat het volgens hem om een kwetsbaar gebied gaat waar zuinig mee omgegaan moet worden.

Zandt: ‘Ze zijn bang dat het een horecaboulevard wordt, maar dat is niet logisch. Het kan toch nooit mijn bedoeling zijn om de slaapfunctie van de 140 hotelbedden aan de noordzijde moedwillig in gevaar te brengen door lawaaiige horeca te introduceren? Ze kunnen bovendien het creëren van gastenverblijven in een woonhuis niet verbieden vanwege het gelijkheidsbeginsel, zolang het huis ook gebruikt wordt voor permanente bewoning. Op Schiermonnikoog hebben veel particulieren gastenverblijven. Of ze moeten het helemaal verbieden, en dan krijgen ze het met iedereen aan de stok.’  

Historisch karakter

Over het Rabobankgebouw - ooit een zeevaartschool -  oordeelt de gemeente, dat het historische karakter ervan behouden moet blijven. Zandt lacht schamper als dit ter sprake komt. ‘De zeevaartschool is in de oorlog gebombardeerd. Wat er waarschijnlijk van over is gebleven, is een deel van een achtermuur. In 1956 heeft iemand er een foeilelijk gebouw neergezet. De historische waarde van de huidige Rabobank is nagenoeg nul. Men heeft naar argumenten gezocht en een aantal niet steekhoudende gevonden. Het gaat in wezen om nijd; ze gunnen het me gewoon niet. Maar ze kunnen een ondernemer er niet van weerhouden te ondernemen. Vergeet niet de economische waarde van ons hotel voor het eiland. Ik ga door met mijn plannen, want goede argumenten om ze niet te laten doorgaan ontbreken.’

Zandt wacht inmiddels al elf weken op een reactie van de gemeente. Hij realiseert zich dat men op een eiland met iets meer dan duizend inwoners niet dezelfde slagvaardigheid van besturen mag verwachten als in een grote stad. Hij is bovendien bereid water bij de wijn te doen; om te praten over een gezamenlijke invulling van de gebouwen.

Het geschil tussen beide partijen is niet onoverkomelijk. De vrees voor verandering bij de bestuurderen van Schiermonnikoog lijkt vooral ingegeven te zijn door de ontwikkelingen elders op waddeneilanden. Voor hen - dat is begrijpelijk - zijn hoge, horizonvervuilende betonkolossen en geluidshinder een gruwel. De vraag is nu of de plannen van Zandt een dergelijke ontwikkeling in de hand werken?

Nee, zal menigeen zeggen, want Zandt heeft met Hotel Graaf Bernstorff zijn visitekaartje afgegeven. Hij bouwde een imposant hotel dat een kwalitatieve verrijking is voor het centrum van Schiermonnikoog. Als straks twee lelijke panden plaats maken voor twee nieuwe, met dezelfde gratie als het hotel, dan is dat een architectonische aanwinst. Men mag aannemen dat met de komst van vijftien extra gastenkamers de rust in en buiten Hotel Graaf Bernstorff - met gasten die het niveau van lallende feestgangers verre ontstijgen - gewaarborgd blijft. De economische waarde van Zandts plannen spreekt voor zich. Dat de wethouders op Schiermonnikoog voorzichtig te werk gaan, valt te begrijpen, maar als zij de boot missen...

HM302001

Overig nieuws