Het is zover, de kogel is door de kerk: wie Venetië wil bezoeken, moet een dagkaartje van drie euro kopen. In mei gaat deze opzet van start en volgend jaar gaat de prijs zelfs al omhoog. Naar zes of tien euro, afhankelijk van de drukte in de bomvolle Italiaanse stad.
Geld is hard nodig
Amsterdam heeft nog geen toegangspoortjes of dagkaartjes, maar misschien is de actie in Venetië een voorbode voor wat komen gaat. Venetië telt nu 25 miljoen toeristische bezoekers per jaar, een enorm aantal, gezien de grootte van het stadje. Dat toeristen een toegangskaartje moeten kopen, lijkt in het geval van Venetië onvermijdelijk. Maar voor wie er niet woont maar wel werkt, of er voor een begrafenis of huwelijk moet zijn, betaalt ook. Dat zal nog wel enige weerstand oproepen, alhoewel het opgebrachte geld voor een groot deel ook wordt gebruikt voor stadsreiniging en dergelijke. Veel toeristen verblijven immers niet in een hotel de stad, maar wandelen er slechts een dagje rond. Hierdoor is de toeristenbelasting niet toereikend voor het stadsbestuur om de kosten van het opruimen van het toeristenafval te dekken.