Afgelopen weken verschijnen er beelden van hoe slecht het gaat in de hotellerie en worden hapsnap voorbeelden gegeven hoe de hotellerie moet veranderen.
Grote hotels staan leeg, dus ze moeten worden omgezet naar studentenhuisvesting, kantoren, appartementen, alles als het maar geen hotel meer is. Voor sommige gebouwen en eigenaren kan dat misschien een oplossing zijn. Het zou echter goed zijn om in samenhang met een visie op de korte termijn ook naar een visie voor de langere termijn te kijken en daar verschillende scenario’s voor te bezien. Nu komt het aan op visie, innovatie en flexibiliteit. En een dosis geluk. Angst is altijd een slechte raadgever.
Het HOSTA 2020 rapport is hier te lezen
De jaren 2018 en 2019 waren topjaren. Vanuit de kredietcrisis in 2008 en 2009 was het geleidelijk aan alleen maar beter gegaan. Het begon weer te lijken of de bomen weer tot in de hemel konden groeien. Het gevaar is dan dat ondernemers aan de ene kant lui worden en aan de andere kant te grote risico’s gaan nemen. Een uitstekende mix voor calamiteiten, helemaal als er dan uit het niets een wereldwijde crisis opduikt. Dat blijkt wel uit onderstaande grafieken (zie onderaan bericht), waarbij een gestage groei van 10 jaar bijzonder abrupt wordt afgebroken.
Visie
Om wat afstand te nemen en om te proberen een zinnige visie op de nabije en verdere toekomst te ontwikkelen, vertalen we bovenstaande gegevens naar het meer stabiele gegeven van omzet per beschikbare kamer door de jaren heen, dat is het product van de bezettingsgraad en kamerprijs (revenue per available room = RevPAR). Vervolgens kijken we naar de trendlijn daarvan in de afgelopen 20 jaar.
Duidelijk is dat 2018 en 2019 jaren waren met uitzonderlijk goede resultaten voor de hotellerie in Nederland. Ook duidelijk is dat die resultaten sterk afwijken van de trendlijn, in positieve zin. De opbrengst per beschikbare kamer in 2020 duikt naar verwachting naar circa 45 euro, dus een daling van meer dan 50% ten opzichte van 2019 en 44% ten opzichte van de trendlijn. Dramatisch, helemaal voor hele grote hotels. Hoewel de getallen dramatisch zijn, is er in ieder geval brede overheidssteun. Dat was er in de jaren 2008, 2009 en 2010 helemaal niet. De cijfers waren toen ook minder slecht, maar de sector is daar zonder steun ook weer bovenop gekomen.
Korte termijn
Voor de korte termijn moet deze uitslaande brand worden geblust uiteraard. In hoeverre de eigenaars van het vastgoed en de exploitatie dit aankunnen hangt voor een belangrijk deel af van hun financiële armslag en hoe lang er gebruikt gemaakt kan worden van overheidssteun.
Voor die korte termijn is het zaak voor ieder hotelbedrijf om scenario’s te bedenken, waarbij niet geschroomd moet worden om na te denken over verkopen van het vastgoed, van het bedrijf, of uiteindelijk zelfs bewust te kiezen voor faillissement.
Voor dat laatste is hoop te vestigen op de WHOA, Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Dat is een bijzondere verbetering van de hele oude faillissementswet. Deze is al door de Tweede Kamer, en al een keer besproken in de Eerste Kamer. Het wachten is op het akkoord van de Eerste Kamer, maar er is een goede kans dat die wet er voor het eind van het jaar doorkomt. De kern van de zaak is dat de rechter een herstructureringsdeskundige kan aanstellen, die analyseert of een doorstart gunstiger is dan een faillissement. Hierbij kan de hulp van de rechter worden ingeroepen om alle crediteuren te verplichten akkoord te gaan met een regeling. In de huidige situatie is het zo dat als één crediteur dwarsligt in dat proces, een dergelijk akkoord niet mogelijk is of in ieder geval lang kan worden uitgesteld. Met de nieuwe wet kunnen faillissementen, of doorstarten, veel effectiever en efficiënter worden afgehandeld.
Onderstaande grafiek laat zien dat die er in het begin van het jaar al aardig wat faillissementen zijn geweest. Nu is het wat rustiger, met name door alle overheidsregelingen. Wanneer die worden afgebouwd, naar verwachting in het laatste kwartaal 2020 en eerste kwartaal 2021, zal er zeer waarschijnlijk nog een nieuwe golf komen. Positief is dat hotelbedrijven die in het afgelopen half jaar failliet gingen, in de meeste gevallen een doorstart hebben kunnen maken.
Normaal
Wanneer zijn we weer ‘terug bij normaal’? Het is onzinnig om daarvoor uit te gaan van de situatie in de jubeljaren 2018 en 2019. Reëler is het om te zien wanneer we weer terug kunnen zijn op de trendlijn. In die situatie verdienen hotelbedrijven weer een normaal inkomen, waarmee de huur, werknemers en leveranciers kunnen worden betaald en er ook nog een redelijke reserve overblijft voor winst en voorzieningen.
Een volgend element in het ontwikkelen van een visie op de toekomst is een aanname over wanneer er een vaccin is, wanneer dat werkzaam is en wat de verwachting is wanneer het risico van corona ongeveer is geneutraliseerd.
Op basis van de nu beschikbare informatie lijkt de aanname gerechtvaardigd dat er midden volgend jaar een werkend vaccin is, niet vreemd. Daarvan uitgaande kan de aanname worden gedaan dat eind 2021 voldoende is gevaccineerd en dat de dreiging van corona min of meer is geneutraliseerd. ‘Het normale leven’ kan dan weer worden opgepakt. Dat betekent dat we ons weer gaan gedragen zoals in 2019 en in principe weer alle dingen gaan doen die we leuk vinden.
Helaas hebben we dan wel te maken met een economische werkelijkheid die anderhalf tot twee jaar bijna heeft stilgestaan, en die vanaf begin 2022 weer op gang moet komen. Er heeft in die economische werkelijkheid een slachting plaatsgevonden, omdat een aantal bedrijven die periode financieel simpelweg niet kon bolwerken. Maar er zijn geen oorlogen, of andere grootschalige conflicten in de wereld die een snelle herziening van de handel tegenhouden. Vliegen kan weer, reizen kan weer. Het idee dat dat allemaal niet meer gebeurt of minder wordt omdat we allemaal gewend zijn aan zoom of teams meetings, zal snel een illusie blijken.
Herstel
Op basis van het bovenstaande verwachten we herstel naar de trendlijn in 2023. Dat betekent dat hotelbedrijven naar scenario’s moeten kijken waarin ze het tot en met 2022 weten vol te houden uitgaande van een ingeschat verlies. In overleg met banken en/ of eigenaars moet worden besproken of dat realistisch is en of alle stakeholders bereid zijn een dergelijk scenario te accepteren en daarnaar te handelen.
Daarnaast moet ook worden gekeken naar alternatieve scenario’s. Dat kan variëren van het aanpassen of uitbreiden van het huidige concept, tot het converteren naar iets anders. Denk bij het aanpassen aan het integreren van flexibele kantoorruimte, long stay, short stay. Varianten die verder weg liggen van de hotelfunctie zijn studentenhuisvesting, appartementen of kantoorruimte. Daarbij moet men zich wel realiseren dat een dergelijke conversie moet worden bedacht, gepland, en gerealiseerd. Tegen die tijd is het vaak alweer 2022/ 2023 en gloort het herstel van de hotelmarkt naar verwachting weer. Dus wat is wijsheid? Voor ieder individueel hotel zal een grondige analyse noodzakelijk zijn van het bestaansrecht in de 2023 en verder, en de beschikbare bronnen om het tot die tijd vol te kunnen houden. Tegelijkertijd moeten de alternatieven worden geïnventariseerd en afgewogen. Pas dan kunnen verstandige beslissingen worden genomen.
Deze bijdrage werd geschreven door Ewout Hoogendoorn, managing director Horwath HTL Benelux