Het vertrouwen in het voortbestaan bij de huidige economische situatie is in juni in nagenoeg alle sectoren van het niet-financiële bedrijfsleven toegenomen. In de meeste sectoren dacht meer dan de helft van de bedrijven in juni minstens nog een jaar te bestaan. In mei was dit nog alleen in de onroerend goed sector, de detailhandel en de informatie en communicatie het geval. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de verwachte gevolgen van de coronacrisis, dat begin juni onder bedrijven werd gehouden.
Het toegenomen vertrouwen in het voortbestaan van het eigen bedrijf tijdens de coronacrisis is in juni vooral zichtbaar in de zakelijke dienstverlening. Vergeleken met mei steeg het aantal zakelijke dienstverleners dat verwacht minstens nog een jaar te kunnen overleven met 16 punten naar 57 procent. Binnen de zakelijke dienstverlening was de toename het sterkst in de reisbranche (+41 punten naar 51 procent). Verder nam het vertrouwen in de continuïteit sterk toe bij uitzendbureaus, juridische diensten, en beveiligingsbedrijven.
Vertrouwen in voortbestaan het grootst in onroerendgoedsector en detailhandel
In de verhuur en handel in onroerend goed is het vertrouwen in het voortbestaan het hoogst, 75 procent van de bedrijven dacht het in juni minstens nog een jaar te kunnen volhouden, evenveel als in mei. In de detailhandel ging in juni 69 procent van de bedrijven uit van nog minimaal twaalf maanden voortbestaan, 4 procentpunten meer dan in mei.
Minste vertrouwen in voortbestaan in horeca en cultuur, sport en recreatie
In de horeca (25 procent) en bij bedrijven in de sport, cultuur en recreatie (38 procent) was het vertrouwen in minstens nog een jaar activiteit in juni het laagst. Van mei naar juni groeide het aantal bedrijven dat verwachtte minstens nog een jaar te bestaan in deze sectoren wel met respectievelijk 4 en 14 punten. In de horeca dacht een derde van de bedrijven het in de huidige omstandigheden nog 5 maanden of korter te kunnen volhouden, terwijl 30 procent aangaf niet te kunnen zeggen wat de overlevingskansen zijn. In de cultuur, sport en recreatie kan eveneens 30 procent van de bedrijven de overlevingskansen niet inschatten, terwijl 19 procent dacht nog 5 maanden of korter te kunnen voortbestaan.