Bart Reints Bok is directeur/eigenaar van Charme Hotels, de hotelgroep die 26 hotels onder haar vleugels heeft. Hij houdt dagelijks de Nederlandse hotellerie op de hoogte van het reilen en zeilen in deze roerige tijden; we bellen hem geregeld op om met hem de situatie te bespreken. In dit hoofdstuk bespreken we wat er de afgelopen periode is gebeurd en wat de vervolgstappen zijn om de coronacrisis het hoofd te kunnen bieden.
Hoera, de restaurants, cafés, lunchrooms en natuurlijk de hotelrestaurants zijn weer – onder voorwaarden – geopend sinds gisteren! In het geval van Bart is het geen drastische verandering ten opzichte van de periode daarvoor: “Hotels waren natuurlijk al open, alhoewel we nu eindelijk weer mensen van buiten op het terras en in de restaurants mogen ontvangen. Het is soepeltjes verlopen allemaal, maar onze hotels zitten niet allemaal in stadscentra, dus we hebben geen wachtrijen gehad. Gisteren was gewoon goed en leuk; we hebben lekker terras gedraaid, met lunch en vooral drankjes.”
Kleine domper voor hotels
Eind vorige week kwam minister Hugo de Jonge dan eindelijk wel met een verduidelijking voor de horeca, met een kleine tegenvaller voor de hotels. “Er stond inderdaad een passage in die wij aanvankelijk anders geïnterpreteerd hadden. Wanneer je een hotel hebt waar 50 hotelgasten dineren, dan mag je daarbovenop niet 30 gasten van buiten toelaten. Wanneer je 20 hotelgasten bij het diner hebt in je hotel, dan mogen er 10 gasten van buiten bijgeboekt worden. Datzelfde staat nu ook in de noodverordeningen die vrijdagavond zijn gepubliceerd. Natuurlijk mag je op terrassen meer mensen kwijt, zolang je de anderhalve meter afstand maar waarborgt, maar in het geval van terrassen loop je tegen enkele logistieke problemen aan. Gisteren en vandaag was het heerlijk weer, maar wat als er om zeven uur ’s avonds een regenbui volgt? Dan mogen je gasten niet naar binnen en mogen ze dus niet afeten. Kortom: het zijn rare situaties die zich kunnen voordoen, terwijl de situatie sowieso al bijzonder is. Een hotel met 200 kamers mag al die hotelgasten van diner voorzien, zolang ze maar de anderhalve meter afstand bewaren, maar een La Place restaurant mag slechts 30 gasten ontvangen, terwijl ze er misschien wel 200 kwijt kunnen met inachtneming van de anderhalve meter afstand. Tegelijkertijd is er hier in Apeldoorn een horecaondernemer die op een braakliggend terrein een terras met 350 stoelen mag bouwen, terwijl de tennisclub de kantine niet mag openen. En als ik een aanvraag doe om in een weiland een terras te plaatsen, dan krijg ik die vergunning niet. ‘No way’ dat dat gebeurt. Er gebeuren op lokaal niveau dingen die je niet kunt verklaren.”
Wat in Amsterdam gebeurde, voelt als een steek in de rug
De horeca keek gisteren met ontzetting naar de demonstratie op de Dam, waar duizenden demonstranten ongehinderd bijeen konden komen. Bart was een van die verbaasde ondernemers: “Dat mevrouw Halsema daar niets aan heeft gedaan, is bijzonder. Ze vond het blijkbaar logisch wat daar gebeurde, maar de logica ontgaat me totaal. Dat je zoiets toelaat is apart. Blijkbaar zijn de risico’s niet zo groot? Hoe kun je dat toelaten, terwijl zoveel horecaondernemers op het punt van omvallen staan omdat ze zo lang gesloten hebben moeten blijven. Ik kan er met mijn hoofd niet bij, het voelt als een steek in de rug.”
Horecaondernemer verantwoordelijk voor handhaving: dat is bijzonder
In de nieuwste noodverordeningen staan inmiddels de punten die minister De Jonge heeft toegevoegd. “Ik zag geen gekke dingen”, vertelt Bart, “behalve dat de exploitant van een horecazaak verantwoordelijk is voor het naleven van de regels door zijn of haar gasten. Dat is praktisch onmogelijk, lijkt me. Als in jouw hotel twee mensen inchecken, dan ga je ervan uit dat ze een huishouden vormen. De verantwoordelijkheid zou bij de gast moeten liggen, en niet bij de ondernemer.”
Ook de NOW-regeling is verruimd en er is nu meer duidelijkheid: “Je kunt als ondernemer niet 20.000, maar 50.000 euro ontvangen bij gederfde omzet. Maar de berekening, waaruit duidelijk wordt op welk bedrag je recht hebt, is er nog niet. We weten dus niet of we recht hebben op het hele bedrag of op een stukje. Dat is nog even afwachten en afhankelijk van die informatie kun je bepalen of die regeling goed is of niet. Wat ik niet snap, is het feit dat de overheid wenst dat we met zijn allen herstructureren en werknemers motiveren om om te scholen. Als je iemand op bedrijfseconomische gronden ontslaat, dan moet je de NOW-regeling terugbetalen vanaf maart; leg mij maar eens uit waarom dat geen boete is… Ik zou zeggen, betaal de maanden uit het verleden bij ontslag niet terug, maar maak geen aanspraak op de maanden die in de toekomst liggen. De ontvangen tegemoetkoming is namelijk al gebruikt voor loon waar geen omzet tegenover staat, dus het geld is er niet. En dan heb je ook de transitievergoeding nog. Al met al wordt herstructureren op die manier wel heel moeilijk.”
Hiermee eindigt deel 23 van het dagboek van Bart Reints Bok. Volgende week weer een nieuw hoofdstuk.
LinkedIN: Bart Reints Bok
Lees hier alle hoofdstukken uit het coronadagboek.