De lente is het seizoen met de meeste officiële feestdagen in Nederland. Goede Vrijdag, Pasen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaart en Pinksteren vallen allemaal in het voorjaar. Veel werkenden zijn vrij op deze feestdagen. Hier en daar klinkt de roep om deze verplichte en vaak christelijke feestdagen af te schaffen of in te ruilen, zodat mensen zelf kunnen bepalen wanneer ze vrij nemen.
Toch wordt op officiële feestdagen in heel Nederland nog steeds veel georganiseerd. Denk aan vrijmarkten en pleinfeesten op Koningsdag en bevrijdingsfestivals op Bevrijdingsdag. Horecaondernemers noemen Koningsdag ook wel ‘het moment om te pieken’. Maar hoeveel leveren feestdagen de horecaondernemer eigenlijk op? In dit economisch commentaar duikt Rabobank in de data en proberen ze antwoord te geven op deze vraag.
Methode en economische analyse
We kijken in deze studie specifiek naar de horeca[1]. Deze sector kan baat hebben bij feestdagen omdat de vrije dagen mensen een extra mogelijkheid bieden om naar een café of restaurant te gaan, of om een hotelovernachting te boeken. We kijken naar transactiedata van de horecasector in de periode 2019-2023 en gebruiken deze als een indicator voor omzet. We beschikken over de geaggregeerde transactiedata per week en per regio voor de horeca. Het gaat nadrukkelijk om transactiedata op geaggregeerd niveau, die niet herleidbaar zijn tot individuele zakelijke klanten.
Om te achterhalen wat het effect van feestdagen op de omzet in de horeca is, moeten we met een aantal zaken rekening houden. Een daarvan is het weer: op een warme, zonnige dag zitten de terrassen voller dan op een koude, regenachtige dag. Daarom nemen we de weeromstandigheden mee in de analyse. Ook houden we rekening met de jaren, omdat prijzen door inflatie jaar op jaar normaliter stijgen. Tot slot controleren we in onze analyse voor schoolvakanties. De jaren 2020 en 2021 laten we buiten beschouwing vanwege de coronapandemie.
Vervolgens schatten we een regressiemodel. De te verklaren variabele is de horeca-weekomzet in een regio. We willen analyseren of feestdagen een positief of negatief effect hebben op de weekomzet. De feestdagen[2] die we meenemen in de analyse zijn: Pasen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaart en Pinksteren. De kerstdagen nemen we niet mee.[3]
Feestdagen verhogen de weekomzet in de horeca tot 21 procent
Uit onze analyse blijkt dat Koningsdag de feestdag is met het grootste positieve effect op de weekomzet in de horeca (zie figuur 1). De weekomzet ligt dan gemiddeld 21 procent hoger dan in de andere weken van het jaar, rekening houdend met andere variabelen in het model. Ook in de week van eerste en tweede pinksterdag (respectievelijk 12 en 7 procent), Bevrijdingsdag (10 procent), Hemelvaart (7 procent) en tweede paasdag (6 procent) is de weekomzet in de horeca hoger. In de week van Goede Vrijdag en eerste paasdag is de omzet in de horeca juist lager (-10 procent). Alle resultaten zijn statistisch significant.[1] Een verklaring voor deze verschillen in effecten tussen de feestdagen kunnen we niet uit onze data halen. Het kan ermee te maken hebben dat de omzet van de horeca samenhangt met de openingstijden van de retail (veel restaurants en cafés bevinden zich in winkelgebieden). Voor sommige feestdagen hebben gemeenten een keuze om de winkels te openen en andere feestdagen niet (VNG, 2013). Een andere mogelijke verklaring is de traditie om op eerste paasdag brunches te organiseren met familie en vrienden en die dag dus niet naar de horeca te gaan (nu.nl, 2016).
Figuur 1. Koningsdag zorgt voor grootste positieve effect op de weekomzet in de horeca
Bron: RaboResearch
Noot: Figuur 1 geeft het marginale effect weer van de feestdagen op de weekomzet van de horeca, gecontroleerd voor zonuren, temperatuur, neerslag, regio, coronaperiode en jaar. De verticale lijnen geven de onzekerheidsmarges weer (betrouwbaarheidsinterval van 95 procent).
We willen hier wel de kanttekening bij plaatsen dat we ‘slechts’ drie jaar meenemen in onze analyse (2019, 2022 en 2023). De hoogte van het effect voor de meeste feestdagen verschilt per jaar, maar de richting is in de meeste gevallen hetzelfde. Of deze feestdageffecten voor de horeca over een langere tijdsperiode dezelfde grootte zullen hebben, valt moeilijk in te schatten met onze data.
Het effect van een feestdag op de economie en brede welvaart
Bovenstaande analyse laat zien dat de horeca baat heeft bij officiële feestdagen; in de meeste weken met een feestdag is de omzet aanzienlijk hoger. Desondanks kent een feestdag op nationaal niveau economisch gezien voornamelijk kosten, omdat veel ondernemingen een dag niet actief zijn[1]. De vraag in dat licht is dan of dat we nationale feestdagen niet beter kunnen afschaffen. Nederland heeft zeven officiële feestdagen. Dit is relatief weinig in vergelijking met andere landen. Zo heeft Frankrijk er tien en Italië elf. Vrije dagen lijken in meerdere academische en beleidsexperimenten, waaronder in IJsland en Nieuw Zeeland, een positief effect te hebben op de productiviteit van werkenden. Daarbij zorgen vrije dagen ook voor een betere gezondheid en werk-privé balans, en voor betere sociale contacten. We werken in Nederland ongeveer 220 dagen per jaar om onze nationale economie draaiende te houden, en slechts zeven dagen per jaar besteden we aan het collectief verbeteren van de andere aspecten van onze brede welvaart. Dat is best efficiënt voor een land in de top tien van landen met de gelukkigste inwoners (zie Helliwell et al., 2020).
[1] Onder de horeca vallen onder andere hotels, eet- en drinkgelegenheden, cafés, verhuur van vakantiehuizen, kampeerterreinen en catering.
[2] Feestdagen zijn voor werkenden vaak, maar niet altijd vrije dagen; dit is opgenomen in de cao. Zo is Goede Vrijdag voor de meeste werkenden een normale werkdag. Op Bevrijdingsdag zijn de meeste werkenden eens in de vijf jaar vrij.
[3] Kerstmis valt geregeld in de laatste week van het jaar en overlapt soms met het nieuwe jaar. Omdat de week in het jaar niet volledig is, is het moeilijk deze mee te nemen in de analyse. Daarom nemen we Kerstmis niet mee in onze analyse.
[4] Met een p-waarde van <0,01.
[5] Academische onderzoeken vinden hier geen eenduidige antwoord op, sommigen vinden een negatief economisch effect van een feestdag (Rosso en Wagner, 2021), anderen een nul-effect. Het effect hangt samen met de economische activiteiten en consumptiepatronen in een land.