In het Nationaal Park Veluwezoom openden de zussen Judith en Irene Stoevelaar het afgelopen voorjaar Boutique Hotel Beekhuizen. Op 1 mei gingen de deuren open. Een klein halfjaar later blikken ze terug en kijken ze vooruit. “We hebben een bijna volledige bezetting gedraaid.”
En aan dat succesverhaal blijkt voorlopig nog geen einde te komen. De maand oktober zit zo goed als vol en bij het uitchecken boeken veel gasten direct een vervolgverblijf. “Vanaf het moment dat we open zijn werken we zo ontzettend hard, dat we geen tijd hadden om met andere hoteliers in contact te komen om te vragen hoe het bij hun gaat. De eerste tekenen dat we het goed deden, kregen we via onze linnenleverancier. Die vertelde ons dat de Veluwe sowieso beter draaide dan de rest van Nederland, maar dat het bij ons wel erg snel ging”, blikt Irene terug op het eerste moment van besef. Een volle zomer volgde en ook in het najaar bleven de boekingen binnenkomen.
Terwijl de zon zachtjes doorbreekt van achter de wolken en de warmtestralen dampgordijnen omhoogtrekken uit het natte hout van het terras van het Bakhuis, trekken Judith en Irene Stoevelaar hun jassen nog even strak aan. Het is nog koud op een van de eerste oktoberochtenden van 2020. Wanneer de rolkoffertjes zachtjes richting de parkeerplaats worden getrokken en alle gasten persoonlijk een goede (terug)reis wordt gewenst, proberen de zussen een antwoord te geven op de vraag hoe het kan dat Boutique Hotel Beekhuizen een succes is, ondanks (of juist door) de coronamaatregelen. “We hadden op voorhand, voordat het coronavirus zijn intrede in ons land deed, niet verwacht dat we zo een goed eerste halfjaar zouden hebben. We hadden deze cijfers niet begroot”, blikt Irene terug. “We weten hoe hard de hotellerie in de Randstad wordt geraakt. Het zijn barre cijfers in Amsterdam. Uiteindelijk hebben we onze marketingtools goed ingericht, hebben we hier de ruimte om ons heen met vrij grote kamers en een persoonlijke benadering. De maanden juli en augustus hebben we nagenoeg 100 procent bezetting gedraaid. Veel van onze gasten die hier voor het eerst komen, kregen de tip van een vriendin, buurvrouw of familielid. Mond-tot-mondreclame werkt ijzersterk.” Judith vult haar zus aan: “We hebben vrij snel naamsbekendheid op kunnen bouwen omdat mensen voornamelijk naar die ‘staycation’ opzoek waren. We hebben een online marketingbureau dat onze vindbaarheid op Google verzorgt, en een social media bureau voor onze exposure op de verschillende social media kanalen. Daar halen we veel boekingen uit. Ongeveer 25 procent van onze boekingen komt via Instagram binnen, 25 procent van mond-tot-mondreclame en 25 procent via Google. Bij de OTA’s komt 15 procent van de boekingen vandaan. Voor Instagram leveren we zelf de content aan.”
De kennis gaat specifieker. “Vanwege het uitvallen van buitenlandse reizen krijgen we opvallend veel boekingen binnen via KRAS. Uit onze data blijkt dat het mensen zijn die zijn geboren tussen 1950 en 1965. Die data is goud waard. Verder krijgen we veel aanvragen van bloggers, vloggers en tijdschriften binnen. Daar kijken we erg kritisch naar. Ik wil eerst weten wie hun doelgroep is. Afhankelijk van die doelgroep kies ik een kamertype uit. Voor een jongere doelgroep zet ik de junior suite in en voor een oudere doelgroep grotere suite… Zo kunnen we per segment de marketing bepalen en ben je doelgericht en naar mijn idee efficiënter aan het werk. Er gaat nu nog veel tijd inzitten, maar dat zal in de nabije toekomst wat meer geautomatiseerd zijn en hopelijk hebben wij dan wat meer afstand tot de operatie”, duidt Judith de marketingstrategie.
Zakelijk wordt leisure
En met die duiding verklapt ze de achterliggende strategie. Het is niet de bedoeling dat beide zussen over een aantal jaar nog op de ‘vloer’ staan. Als het bedrijf volledig reilt en zeilt, wordt er een general manager aangesteld, waarvan wordt verwacht dat die op het terrein komt te wonen. “Dat doen wij nu ook”, verklaart Irene. “Het is niet altijd even makkelijk zo dicht bij je werk te wonen, maar op dit moment in de startfase is het wel van groot belang dat je dicht bij het vuur zit. Je kan sneller, effectiever en efficiënter schakelen en je bent altijd op de vloer voor vragen. Op het moment dat wij het gevoel hebben dat in grote lijnen het concept staat, treden we naar de achtergrond en worden we de bewakers van het concept.” Judith Stoevelaar en Irene Stoevelaar blijken geen vreemden in de wereld van projectontwikkeling. Samen met vader Ger Stoevelaar ontwikkelen zij onder de vlag van Introvast, waarvan vader Ger de oprichter is, hotels in Nederland, om het vervolgens aan derden te verkopen. “We zijn nu met een aantal projecten bezig waarin we niet over willen gaan tot verkoop, waaronder dit project. In 2013 hebben Irene en ik besloten om samen in de beginjaren de exploitatie van dit hotel te doen. Dat wilden we een keer meemaken. Het proces vanaf deze beslissing tot aan de opening is een organische geweest. Het hotel staat op Rijksmonumentale grond. Dan weet je dat daar protocollen aan vasthangen. Er zijn veel gesprekken met de gemeente geweest, maar we hebben altijd geduld gehad en we wisten dat het een lange reis zou zijn. Er zijn de afgelopen jaren meerdere projecten op ons pad gekomen (zo ontwikkelde Introvast een aantal jaar geleden ook het nabijgelegen Buitenplaats Beekhuizen, een luxueuze Glamping met wellnessfaciliteiten en groot opgezette ‘pods’, red.). We willen ons als projectontwikkelaar de komende jaren ontwikkelen richting kleinschalige hotels in een groene omgeving. We zijn op dit moment nog bezig met twee projecten hier in de regio. De ambities reiken wel verder, maar voor nu focussen we ons op wat er nu speelt. Een hotel vlakbij of aan de kust zou ontzettend gaaf zijn, maar is ook prijzig en kost veel reistijd. Die tijd hebben we nu niet”, voorziet Judith.
Organisch
Vanaf het terras van Het Bakhuis (de plek waar het ontbijt wordt aangeboden en aan het eind van de middag onder andere een goed glas whisky gehaald kan worden) turen de zussen naar de andere twee gebouwen. De 21 (junior) suites en lodges worden verdeeld over deze twee gloednieuwe statige panden. Het zijn ruim opgezette suites en lodges, die ten tijden van de ontwikkeling van het concept een iets andere invulling hadden dan nu het geval is. “Vooraf maak je een plan en stuur je aan op een doelgroep. We zetten in het begin in op 25 procent zakelijke gasten en 75 procent leisuregasten. Door de coronamaatregelen is dat verschoven naar voornamelijk leisure en ik vraag mij af, omdat we ons nu zo goed in de markt hebben kunnen zetten als leisurehotel, of die verdeling ooit nog terug komt”, vertelt Irene. “Maar ook de doelgroep is anders uitgepakt dan we aan het begin hadden verwacht. We zitten redelijk hoog in de markt en bieden veel luxe. In combinatie met onze bosrijke omgeving hadden we verwacht wat oudere gasten te mogen ontvangen. Het is mooi om te zien dat ook juist de twintigers en de dertigers ons hotel weten te vinden. Leisuregasten zijn, met de kennis van nu, misschien ook wel makkelijker in de benadering. Groepen vragen toch meer aandacht en juist omdat ze wat kritischer zijn, voel je je toch geneigd om daar iemand extra ‘op te zetten’ om te kijken of alles naar wens verloopt. Ik heb liever een hotel vol leisuregasten”, lacht Judith. “Je schoonmaak tussendoor is dan beperkt tot turndownservice en je hebt meer de tijd om een band op te bouwen. Dat maakt het werk leuk. Als iedere dag je hotel van bezetting wisselt, levert dat meer werk op.”
Het snelle schakelen, met onverwachte elementen omgaan en die een positieve twist geven, tekenen de ondernemersgeest van beide zussen. Hoewel de effectieve winst van een bedrijf in de cijfers zit, zien Judith en Irene dat op de vloer die winst een fundament krijgt. “We merken het steeds meer, de mensen hebben behoefte aan een hartelijke ontvangst, een introductie over de omgeving en een praatje bij het uitchecken. Tijdens een citytrip heeft het voordelen voor de gast om met een QR-code de deur te kunnen openen en zo min mogelijk contact te hebben met de hotelier of een gastvrouw. In dit concept is dat niet wenselijk”, concludeert Irene. Het is dan ook een van de voornaamste reden om ervoor te kiezen om tijdelijk in het hotel te gaan wonen. Beide zussen wonen met hun gezin op het
terrein. “Dat is niet altijd even makkelijk”, verklaart Judith. “We hebben kleine kinderen en die moet je er ook van bewust maken dat we op een plek wonen waar onze gasten van hun rust genieten. In de beginfase en de periode vlak voor de opening werkten we zeven dagen in de week van 7 uur in de ochtend tot vaak wel na middernacht. De openingsdatum kwam steeds dichterbij. We zijn kritisch en hebben oog voor detail, daar maak je de winst op, maar dan moet alles wel tot in de puntjes zijn verzorgd. De tuin is op dit moment nog niet zo groen als we willen en je loopt tegen een aantal kinderziektes aan, maar we mogen absoluut niet klagen.” Irene vult aan: “We zouden iets meer op de vloer willen staan. Door het aantal boekingen worden we eigenlijk gedwongen om veel op kantoor te zitten. Personeelszaken, administratie, financiën… Het zorgt ervoor dat we niet altijd daar kunnen zijn waar we willen zijn. We zijn dan ook druk bezig om extra mensen aan te nemen. Maar op de momenten waarvan wij denken dat de gast het extra waardeert dat we er zijn, proberen we er te zijn: bij het inchecken, het ontbijt en bij het uitchecken.”
Samenwerken
Een hotel opzetten vergt keuzes maken. De zussen Stoevelaar kozen voor een luxebeleving middenin de natuur, waar de samenwerking wordt gezocht met andere bedrijven om het complete plaatje aan te bieden. “Onze F&B is bewust beperkt tot ontbijt en bar. Voor dinerervaringen zijn we de samenwerking gaan zoeken met lokale restaurants. We werken bijvoorbeeld samen met het met een Bib Gourmand bekroonde restaurant De Watermolen hier in Velp. Ook daar kijken we kritisch naar, want uiteindelijk is de ervaring van de gast in een restaurant dat wij aanbevelen onderdeel van de ervaring die ze tijdens het verblijf hier bij ons hebben. Wij bevelen geen restaurant aan zonder dat we er zelf gegeten hebben. Om onze gasten van de omgeving te laten genieten hebben we de samenwerking gezocht en gevonden bij Veluwe Actief. Hun fietsen en e-bikes zijn bij ons in het hotel te huur”, vertelt Irene.
De omgeving waarin het hotel zich bevindt doet ‘Shakespeariaans’ aan. Wie de ogen even sluit en het getjilp en gekrisp van dier en natuur op zich in laat werken, is voor even verlost van de dagelijkse beslommeringen. Wie op dat moment de ogen weer opent ziet een sterk staaltje architectuur middenin een oase van rust. De foto’s spreken voor zich. “Architecten zijn over het algemeen een beetje eigenwijs, en gelukkig zijn wij dat ook”, lacht Judith. “We hebben gekozen voor een architect met ervaring binnen de hotellerie, daar waren we ook naar op zoek want een hotel heeft specifieke wensen.” Irene vult aan: “De structuur met de kolommen en de overstekken, de ronde ramen en de kruizen op het dak, de torentjes… Het heeft een bepaalde harmonie. We hebben de architect wel wat tegengas moeten geven en uiteindelijk zijn we tot dit prachtige resultaat gekomen. Het is geen goedkoop hotel. De terugverdientijd ligt waarschijnlijk hoger dan een gemiddeld hotel. Daar hebben we bewust voor gekozen omdat we een duurzaam model wilden ontwikkelen. We zijn van plan om dit hotel nog lang te exploiteren”, ontvouwt Irene de toekomstplannen.
“We hebben onder andere geïnvesteerd in ankerloze spouwmuren om geluidsoverlast tussen kamers te voorkomen en er liggen volledig houten vloeren. Dat is niet iets waar veel hoteliers voor kiezen. Maar op deze manier rekenen we erop dat er over vijftig jaar nog steeds een mooi bedrijf staat. Wat ook een rol speelt is hoe de gasten de architectuur van een hotel waarderen. Dat komt in alle marketingboeken terug in de top-3 van gastbeleving. Het is architectuur, faciliteiten en ligging die de top-3 vormen, in willekeurige volgorde. Ik zie nu mensen vanaf de veranda genieten van de architectuur. Daar geniet ik dan weer van”, vertelt Irene. De keuzes voor de grootte van de kamers is ook doelbewust geweest en pakt nu – met corona – extra goed uit. “De kleinste kamer is 35 vierkante meter. In de ontwikkelingsfase werd ons wel eens afgeraden om de kamers zo groot te maken, maar ik ben ontzettend blij dat we bij ons eigen idee zijn gebleven. Het gemiddelde verblijf ligt nu op 2,5 nacht per gast. Dat ligt iets boven verwachting. Mensen willen, als ze ergens relatief lang verblijven, toch meer ruimte”, verklaart Judith de keuze voor de kamers.
IJsvogel
De beekhuizerbeek, het beekje dat vlak langs het hotel kabbelend een weg vindt tussen de bomen en valleien, zoekt al eeuwenlang de snelste route naar beneden. Het is de plek waar de voorheen bedreigde ijsvogel zich regelmatig laat zien en zich baddert. Hoewel de meeste ijsvogels in het tropengebied leven, is de populatie de afgelopen jaren in het Nationale Park Veluwezoom gestegen. Schichtig schiet een ijsvogel over het laagstaande water, zoekend naar een plekje in de struiken in de zon. De laatste gasten checken uit, maken een afsluitend praatje terwijl Irene verklapt dat ze sinds augustus al aanvragen krijgen voor Kerstmis en sommigen gasten in een aantal maanden tijd al vier keer zijn langsgekomen. “Ik heb vanmiddag een gesprek met een leverancier van Kerstspullen. Ik hoop op sneeuw. Kan je je voorstellen hoe het er hier uitziet als er een pak sneeuw ligt?” De zussen kijken vooruit.
Vurig verleden
Hoewel Boutique Hotel Beekhuizen slechts een halfjaar operationeel is, hebben de plek en de omgeving een bijzondere geschiedenis.
Landgoed Beekhuizen werd in 1682 gesticht door Alexander van Spaen, heer van het nabijgelegen Kasteel Biljoen. Johan Frederik Willem (1746 – 1827), nazaat van Spaen, ontwikkelde het gebied tot een landgoed met internationale allure. Watervallen, vijvers en meren verrezen in het heuvelachtige landschap rondom het Gelderse dorp Velp. Het landschap moest een arcadisch landschap worden, waarbij mens als ronddwalende herder zijn stemming liet bepalen door het landschap. Wie anno 2020 de slingerachtige route richting Hotel Beekhuizen rijdt, begrijpt die romantiek.
De aanleg van het landschapspark startte omstreeks 1777. Van Spaen liet zich inspireren door reizen die hij door heel Europa maakte. Het park werd publiekelijk toegankelijk in 1790. Het werd daarmee een van de eerste plaatsen in Nederland waar een verandering in natuurbeleving zichtbaar werd. Op stenen in het park waren teksten van de Franse landschapsfilosoof en dichter Jacques Delille te lezen. Het landschap, omgetoverd tot Arcadia, werd een utopisch landschap waar bloemen, bossen, helder stromende beekjes, fluitende vogels en mens elkaar in harmonie ontmoetten.
In 1847 had Hotel Beekhuizen de primeur om de allereerste logiesverstrekker van het landgoed te worden. Het logement, gebouwd in Zwitsers chaletstijl, werd bezocht door koninklijke families uit heel Europa en bekende dichters lieten zich door de omgeving inspireren. Het hotel werd in 1892 getroffen door een brand, maar in dezelfde stijl weer opgebouwd.
In 1930 werd Biljoen & Beekhuizen verkocht aan de gemeente Rheden en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, en zo werd het park onderdeel van het allereerste Nationaal Park van Nederland. Het hotel werd niet verkocht en bleef privé-eigendom. In 1980 is het hotel voor een tweede maal getroffen door een verwoestende brand. Plannen voor een heropbouw waren er, maar werden niet uitgevoerd. Sinds 2011 is Boutique Hotel Beekhuizen in ontwikkeling. In het voorjaar van 2020 openden de zussen Irene en Judith Stoevelaar het gloednieuwe Boutique Hotel Beekhuizen en bouwen zij verder aan hun eigen geschiedenis.
Blijf je graag op de hoogte?
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.