De Raspberry Hospitality Group heeft in ruim een jaar tijd maar liefst vier hotels toegevoegd aan zijn portefeuille. Hiermee komt het totale aantal hotels van de groep op tien, met plannen voor meer. Een uitgelezen moment om eigenaar Remco Hellingman en managing director Akin Alan te spreken over de opkomst, kernwaarden en toekomstplannen van de groep.
Hellingman en Alan ontvangen Hospitality Management in het bekende Hotel Spaander in Volendam. Deze locatie zag 170 jaar geleden het levenslicht als herberg en werd vanaf 1881 door hotelier en kunstverzamelaar Leendert Spaander ontwikkeld tot hotel. De rijke geschiedenis van de plek is terug te zien in de authentieke inrichting en de kunst aan de muren, al is er in de afgelopen jaren een flinke moderniseringsslag gemaakt. De Raspberry Group stapte in maart 2021 in als exploitant en lichtte in november van het afgelopen jaar de optie om het vastgoed over te nemen van de familie Schilder, gedurende de afgelopen zestig jaar de eigenaren van Spaander. “We zijn in november begonnen met een flinke upgrade van de 78 bestaande kamers”, vertelt Alan, gezeten in het restaurant van het hotel. “Er waren bijvoorbeeld maar dertig kamers met airco en dat is niet meer van deze tijd. Daarnaast zijn er wat perikelen geweest rondom de brandveiligheid, met name in het deel dat wordt gevormd door de oorspronkelijke herberg. Daar komt nu een soort vernevelingssysteem, waardoor, zoals met sprinklers het geval is, niet alle schilderijen stukgaan als er iets gebeurt. Wij worden het eerste hotel in Nederland dat zoiets krijgt en men is drukdoende om dit systeem in te passen in bestaande wet- en regelgeving. Maar er zit nu wel schot in de zaak.”
Naast de facelift die het hotel heeft ondergaan, inclusief een uitbreiding naar 96 kamers, is de Raspberry Group van plan de focus te verleggen: “De vorige eigenaren richtten zich met name op het bussentoerisme. Ik zeg niet dat dat goed of slecht is, het is echter niet wat wij voorstaan”, legt Alan uit. “Je zag het aan de keuken, die bestond voornamelijk uit grote frituurpannen.” Hellingman haakt in: “Wij willen terug naar de oude historie en glorie van Spaander.” Om dit streven te kunnen najagen, is er sinds november veel werk verzet en ook nu nog staan er steigers rondom het hotel: “We zien dit jaar als een soort try-out”, gaat Alan verder. “Het werk moet dit jaar echt af zijn, zodat we volgend seizoen in volle glorie kunnen draaien. Hotelsterren zijn nu bijvoorbeeld nog moeilijk te bepalen vanwege de faciliteiten die we kunnen bieden, maar volgend jaar gaan we naar vier sterren. Dit wordt een goed, kwalitatief visrestaurant. Dat moeten we opbouwen, je kan niet van de ene op de andere dag iets openen. Je hebt maar één keer om een eerste indruk te maken.” Hellingman voegt toe dat er in de kamerprijzen rekening wordt gehouden met de werkzaamheden: “Op dit moment zijn de tarieven gereduceerd omdat er af en toe nog geboord en gehamerd wordt. Vanaf volgend jaar kunnen we de werkelijke prijzen voeren.”
De hotels van de Raspberry Group:
|
|
Coming soon: 't Tolhuus (Warder) - 50 kamers |
HEM Group
Dat Hellingman en Alan met hotels in Volendam, Koog aan de Zaan, Zaandijk en Zaandam sterk vertegenwoordigd zijn in de regio ten noorden van Amsterdam is geen toeval. De roots van de Raspberry Group liggen namelijk in Warder, een dorpje aan het IJsselmeer op een kleine tien kilometer van Volendam. Hier ontstond de HEM Group, de voorloper van de huidige onderneming: “Ik ben in 1991 met mijn vader en moeder begonnen”, blikt Hellingman terug. “We runden samen hotel ‘t Tolhuus; ik deed de keuken en de boekhouding, mijn vader de voorkant en mijn moeder de housekeeping. We groeiden langzaam, kochten een aantal andere bedrijven en stootten ook weer bedrijven af. In 2002 is mijn vader helaas overleden en sindsdien doe ik het alleen. Daarna heb ik weer een aantal bedrijven overgenomen en op een gegeven moment werd het toch wat groter. Daarom ben ik op zoek gegaan naar bestuursleden en zo is Akin aan boord gekomen.”
Voor Alan betekende zijn toetreding tot de groep een wending in zijn carrière: “Mijn roots liggen in de advocatuur: fusies en overnames. In 2010 leerde ik Remco kennen rondom de overname van een hotel in Osdorp. Daarna ben ik de huisadvocaat van, in eerste instantie, de HEM Group en later de Raspberry Group geworden. Ik kende het concern daardoor al goed en bouwde een vriendschappelijke relatie op met Remco. Hij vroeg op een gegeven moment of ik hem wilde helpen de groep verder uit te bouwen en zo gezegd, zo gedaan. Op 1 januari 2020 ben ik begonnen en momenteel vormen we met z’n tweeën het dagelijks bestuur. Onze CFO maakte hiervoor deel uit van de directie, maar hij is vorig jaar met pensioen gegaan. Zijn opvolger zit inmiddels dicht tegen het bestuur aan.”
Hellingman en Alan laten de dagelijkse operatie van hun hotels over aan de general managers ter plaatse. Zaken als ICT & compliance, finance, HR en sales & revenue zijn wel gecentraliseerd binnen de Raspberry Group: “We zijn op dit moment bezig om de hotels aan de achterkant met elkaar te verbinden”, vervolgt Alan. “Het is niet onze intentie om elk hotel hetzelfde te maken, maar er moet wel sprake zijn van onderlinge synergie; wij zijn een familie van families. Bij De Zoete Inval leidt het management onder de vorige eigenaren, van wie wij het hotel hebben overgenomen, nu bijvoorbeeld de operatie. Er is geen reden om dat te veranderen, wij vinden het juist leuk wat ze daar doen. Maar we willen de inkoop centraal doen, alle PMS-systemen gelijktrekken en de administratie van de verschillende hotels stroomlijnen binnen één systeem.”
Raspberry Health Club
Ondanks dat Hellingman en Alan bewaken dat elk hotel zijn eigen DNA behoudt, worden er wel stappen gezet om het merk ‘Raspberry Group’ te versterken. Een belangrijke pijler binnen de hotels wordt de Raspberry Health Club, waar naast hotelgasten ook andere members terecht kunnen voor wellness, massages en een gym: “We zijn nu druk bezig met de identiteit van de Raspberry Group: wie zijn wij en wat willen wij?”, legt Alan uit. “Een hotel heeft naast het aanspreken van de doelgroep een maatschappelijke functie. Je hebt altijd met de buurt te maken, zowel met de overheid als met de buren. Vanuit dat idee is de Raspberry Health Club ontstaan, een locatie die niet alleen toegankelijk is voor hotelgasten, maar eveneens voor mensen buiten het hotel. Zo komen we bij onze kernwaarden terecht: passie en empathie, met hart voor hospitality. Dat stralen we niet alleen uit naar onze gasten, maar ook intern. Dit is toch een ‘people’s business’. De general managers van onze hotels krijgen een variabele beloning en daarbij draait het niet alleen om resultaat. Een belangrijk onderdeel is wat het personeel vindt: gaan ze blij naar hun werk? Zijn ze tevreden? Want als dat niet het geval is, kunnen zij dat niet uitstralen naar de gasten.”
Momenteel zijn er nog niet veel uitingen van de Raspberry Group te vinden binnen de hotels, maar hier komt met de Raspberry Health Club verandering in. Verder wordt binnenkort een nieuw logo geïntroduceerd: “Het zou kunnen dat het personeel kleding gaat dragen met dit logo”, vertelt Hellingman. “Dat zal dan per hotel verschillen. Het ene hotel is bijvoorbeeld gericht op corporate gasten, dan denk je qua kleding meer richting een pak. In een ander hotel wordt weer een polo gedragen. Het hangt daarnaast af van waar de gast binnen een hotel is: in het restaurant, de bar of op het terras? Het is wel de bedoeling dat dit een visueel herkenningspunt wordt.”
Alan vult aan: “We schreeuwen het niet van de daken, want elk hotel heeft zijn eigen identiteit. Maar er zullen subtiele kenmerken te zien zijn van de Raspberry Group. Het enige dat niet subtiel is, is de Health Club. Het straalt uit dat we ons voor de lange termijn gecommitteerd hebben aan het hotel en het laat het personeel zien dat zij onderdeel uitmaken van de Raspberry Group. Dat is iets waar we veel aandacht aan besteden. Het personeel volgt trainingen en daar komen zij weer collega’s van andere locaties tegen. De hotelmanagers hebben onderling overleg en zien elkaar bij tijd en wijle. Dat zorgt voor extra synergie en die onderlinge samenwerking is belangrijk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een van onze hotels op een bepaald moment vol zit en dan kan er meteen geschakeld worden. Het is uiteindelijk aan de klant of gast om te besluiten of zij bij een overboeking wel of niet naar een andere locatie willen, maar de mogelijkheid is er wel.”
Best Western
Naast zijn eigen branding heeft de Raspberry Group te maken met Best Western. Bij een aantal van de hotels van de groep staat de naam van het merk op de gevel en Hotel Spaander maakt onderdeel uit van de BW Signature Collection. “Ik ben in Zaandam begonnen met Best Western, omdat dat een hotel is met veel corporate gasten”, vertelt Hellingman. “Daar is een loyaliteitsprogramma aan gekoppeld en je hoopt dat de vaste gasten van dat hotel hun punten bij een van onze andere hotels gaan besteden. Daarnaast is de herkenbaarheid een voordeel: veel internationale bedrijven hebben een samenwerking met Best Western. Het is nu vaak zo dat als wij een project aangeboden krijgen, wij dat voorleggen aan Best Western. Zij maken dan een visibility studie, analyseren de concurrentie in de regio en welke brand het best op die plek zou passen.” Alan voegt toe dat Best Western een fijne partner is om mee samen te werken: “Wanneer je wilt gaan branden, is Best Western qua requirements het flexibelst. Er zijn wel eisen, maar het is de minst strakke brand.”
Desondanks zijn niet alle locaties van de Raspberry Group Best Western-hotels. Dit heeft voor Hellingman een duidelijke reden: “Het hangt af van de plek: wat is het voor soort hotel, hoe groot is het? Wij hebben bijvoorbeeld drie verschillende, kleinere hotelletjes naast de Zaanse Schans. Een met vijftien kamers, een met tien kamers en een met negen kamers. Het heeft geen zin om dergelijke boutiquehotels te branden.” Alan vult aan: “Een van de redenen om voor Best Western te kiezen is omdat je meer corporate gasten wilt aantrekken. Daar ga je als licentiehouder tenminste wel van uit. Je kunt je afvragen of een boutiquehotel veel zakelijk gasten zal krijgen zonder vergaderzalen en voorzieningen. Spaander is op zijn beurt een Signature Collection. Bij sommige hotels zet je geen Best Western op het dak, maar wat betreft het boekingssysteem en het loyalty programma, is het wél een Best Western. Bij De Zoete Inval, een familiebedrijf van 94 jaar oud, veranderen we op korte termijn niets. Mochten we gaan samenwerken dan komt ook de backoffice, de mensen die de reserveringen en de sales doen, in direct contact te staan met Best Western.”
Passer
De naam van De Zoete Inval viel al een aantal keer in het gesprek en dat is niet zo vreemd. De Raspberry Group nam dit hotel in Haarlemmerliede in mei over van de familie Wempe, sinds de start in 1930 de uitbaters. De overname van de locatie past binnen de strategie van de groep: “Voorheen lag onze focus op Amsterdam en de directe omgeving, zeg maar groot Amsterdam. Een jaar of twee geleden hebben wij gezegd: ‘Als we nou eens een passer pakken, de punt in het centrum van Amsterdam zetten en daaromheen een cirkel met een doorsnede van vijftig kilometer op de kaart trekken, is alles wat daarbinnen valt interessant’”, legt Alan uit. “Dan hebben we het over Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Rotterdam valt buiten die vijftig kilometer, maar is zeker interessant. Hotel Spaander, waar we nu zitten, is een perfect voorbeeld. Stel jezelf maar eens de vraag ‘wat doet de buitenlandse toerist?’ Die gaat naar Amsterdam, naar de Zaanse Schans en naar Volendam. Op al die plekken zitten wij. In Giethoorn zitten we dan weer niet, maar we vinken wel drie van de vier plekken af.”
Hoewel de groep momenteel een aantal nieuwe projecten in de pijplijn heeft zitten, is groei geen doel op zich: “Het is niet zo dat ons beleid is dat we coûte que coûte moeten groeien”, vervolgt Alan. “Als er iets moois langskomt, nemen we dat in behandeling. Dat kan inclusief vastgoed zijn, maar ook alleen om de exploitatie gaan. Het is altijd goed om het vastgoed in bezit te hebben en bij de meeste van onze hotels is dat het geval. Als alleen exploitatie wordt aangeboden en het businessmodel goed is, zullen we geen ‘nee’ zeggen. Uiteindelijk is het gewoon een calculatie. Vaak is het zo dat wanneer er iets langskomt, dat niet meteen morgen klaar is. Meestal ga je een traject in wat zomaar twee jaar kan duren en in die pijplijn zitten momenteel een aantal interessante dingen. Je moet die groei als organisatie echter kunnen dragen en dat mag je niet te onderschatten. Wat dat betreft zijn we nu een heel eind: het team staat, de general managers zijn er, de staffuncties zijn ingevuld. Nu is het zaak om bijvoorbeeld de PMS-systemen en administratie gelijk te laten lopen. De focus ligt daarom nu op stabilisatie en het zoeken van synergie.”
Optimalisatie
Het optimaliseren van de bestaande locaties is daarnaast een aandachtspunt voor de twee ondernemers: “De Zoete Inval heeft nu 59 kamers, dat zouden we graag willen uitbreiden. De hotelkamer is daar, tussen Haarlem en Amsterdam in, erg geliefd”, vertelt Hellingman “In Zaandam hebben we eveneens ideeën om uit te breiden. We zitten er op een vrij groot perceel vlak bij het station. Alles daaromheen is al ontwikkeld, alleen het hoekje waar wij zitten nog niet. Dat hotel gaat op termijn waarschijnlijk tegen de vlakte en daarna gaan we van 102 naar zo’n 200 kamers. Zo kunnen we producten die we al hebben optimaliseren.”
Wie een blik werpt op de website van de Raspberry Group, valt op dat onder de hotels ook de naam van ’t Tolhuus, met in hoofdletters ‘coming soon’, genoemd wordt. Dit is het hotel waar voor Hellingman het avontuur ruim dertig jaar geleden begon: “Dat is nu nog mijn privé-eigendom en op dit moment wordt het verhuurd aan arbeidsmigranten. In de toekomst willen we dat ontwikkelen en uitbreiden van 50 kamers naar 75 à 80 kamers.” Alan vult aan: “Er komt dan een bootverbinding bij: hier bij Spaander ligt een steiger en daar ook, dan kunnen we gasten met bootjes heen en weer brengen. Zo bieden we toch weer een leuk extraatje.”
“Als gast hoef je dan niet meteen het hotel uit te rennen”
F&B speelt een belangrijke rol binnen de Raspberry Group. Naast hotels exploiteert de groep restaurants in Amsterdam, Volendam en de Zaanse Schans. In Hotel Spaander opent binnenkort visrestaurant De Goede Hoop de deuren en ook bij De Zoete Inval is het restaurant een essentieel onderdeel van de hoteloperatie: “F&B is heel belangrijk en daar moet je niet te lichtvaardig over denken, want dat is best moeilijk. Wat de mensen bij De Zoete Inval hebben neergezet is indrukwekkend”, vertelt Alan. “Wanneer je de naam ‘De Zoete Inval’ noemt, zeggen mensen in de buurt van Haarlem meteen ‘de beste spare ribs en carpaccio van Noord-Holland’. Dat wordt daar zelf gemaakt, volgens decennia oude recepten. Dat is mooi om te zien en daar wil je dus niets aan veranderen. Sterker nog, daar kunnen wij heel veel van leren.”
Voor Hellingman vormen F&B en andere activiteiten een mooie manier om de beleving binnen een hotel te vergroten: “De Zoete Inval bestaat 94 jaar en ze hebben er dus al die tijd over gedaan om het product dat er nu staat neer te zetten. Daar zijn ze trots op. Het gaat mij erom dat je beleving hebt in je hotels, ook voor de gasten. Ze hebben daar bijvoorbeeld bowlingbanen, daar reageren de hotelgasten op en dat zorgt weer voor een andere dynamiek. Dat is gewoon hartstikke interessant en veel mensen laten goede reviews achter, mede doordat er zoveel beleving is in het gebouw. In Spaander doen we dat met een mooi restaurant en de Health Club. Dan heb je al gast niet direct een reden om het hotel uit te moeten rennen.”
Fotografie: Sandra van der Meulen
Blijf op de hoogte!
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in uw mailbox? Registreer hier voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.